Column – Naar de #kerk, moet dat nou #leuk zijn (vervolg)?

Kontekstueel 27/2 (november 2012) – Thema: Zonder kerkgang ben je verloren

Eerder schreef ik naar aanleiding van een themanummer van Kontekstueel (27/2) nogal kritisch over de kerkdienst; vooral prikkelend bedoeld. En dat leverde de nodige reacties op; meestal instemmend, maar ook heilzaam corrigerend.

Naar aanleiding van mijn column legden we gisteren in een heel ander verband 1 Kortinthe 14 daar nog eens naast. Daar worden het spreken in vreemde talen (door ons maar al te vaak plat geslagen tot tongentaal) en profetie tegen elkaar afgezet en geeft Paulus aanwijzingen aan de gemeente van Korinthe voor hun samenkomst. Er schijnt heel wat mis te zijn geweest met die gemeente, maar dat gezegd zijnde vroeg ik me meteen af wat Paulus aan mijn huidige gemeente of aan mijn vroegere gemeentes geschreven zou hebben. Maar als je zo’n vraag stelt, volgt daar maar al te vaak een hele discussie uit, waarin goed en fout (in onze eigen ogen) worden uitgewisseld zonder dat het tot een erg vruchtbaar gesprek komt over dat onderwerp.

Ik laat dus maar even in het midden wat Paulus geschreven zou hebben aan ‘mijn’ gemeentes. Ik heb daar natuurlijk best beelden bij (zie bijvoorbeeld mijn vorige column), maar het lijkt me vruchtbaarder om het deze keer over een andere boeg te gooien en iets dieper in te gaan op 1 Korinthe 14 en wat daar wordt gezegd. In een gemeente (dus ook als die gemeente samenkomt) heeft profetie een belangrijker plaats dan het spreken van vreemde talen. De vreemde talen zijn bedoeld voor de ongelovigen; de profetie is bedoeld voor de gemeente (vers 22). En als die profetie een plek heeft in de gemeente? Dan – staat in vers 3 – is er sprake van bemoediging, vermaning en troost. Het is maar wat je leuk vindt, maar ik vind het heerlijk om bemoedigd te worden als het even niet meer gaat. Het is maar wat je nodig hebt, maar als ik verdriet heb, hunker ik naar troost. En als ik met mezelf in de knoop lig, helpt een vermaning me vaak om dingen weer op een rij te krijgen; orde op zaken te stellen; het vuil de deur uit te doen.

En zoals je in mijn vorige column hebt kunnen proeven: tijdens de eredienst miste ik dat – de troost, de bemoediging en de vermaning – en – zei ik letterlijk – verveelde ik me soms stierlijk tijdens een kerkdienst. In onze nieuwe gemeente – waar we ons recent bij hebben aangesloten – gebeurt er meer tijdens die kerkdienst. Ik weet natuurlijk nog niet hoe bestendig dat is, maar lofprijzing en profetie laten me momenteel veel ruimte voor de verwerking van het verdriet dat er in overvloed blijkt te zijn. En hoewel de prediking niet zo diep gaat als de gereformeerden zeggen te gaan, is er zoveel variatie dat het weer leuk begint te worden om naar de kerk te gaan. Overigens is dat niet het leuk van leuk, maar het leuk van groeien in je geloof, van de lach en de traan, kortom: van de breedte en diepte van het hele leven; dat echt niet altijd leuk is en hoeft te zijn. En dat is me daar een bevrijding: dat het soms, maar niet altijd leuk hoeft te zijn!

Maar opnieuw is dat – weliswaar op een heel andere manier – toch weer ‘what’s in it for me?‘. En dat is wat me nou al jaren boeit in 1 Korinthe 14: dat het daar niet gaat om ‘what’s in it for me?‘, maar om hoe ik die troost, die bemoediging en die vermaning weer door kan geven aan anderen; hoe ik in de woorden van Paulus profeet kan zijn. Want het is natuurlijk fijn om bemoedigd, getroost en vermaand te worden (en daar de vruchten van te plukken), maar er zitten zoveel mensen in de kerk die dat even niet meevoelen; die de troost niet vinden en zich voelen alsof ze er alleen voor staan; zonder God. In die kerk zitten nog steeds (veel) mensen die er uitgaan, zoals ze erin gingen; met alle (ver)twijfel(ing), verdriet, pijn, opgepepte vrolijkheid en misschien wel 1.001 smoezen om er onderuit te komen dat wat zij doen echt niet door de beugel kan. Of – nog erger – ze vinden het wel prima zo, omdat hun leven zonder God met het ene been nog in de kerk toch wel op orde lijkt. Zelf zit ik bij tijden telkens weer in één van die rollen en ben ik God dankbaar dat Hij daarin zelf ingrijpt of mensen met een missie op mijn pad brengt; mensen die God verkondigen of vertegenwoordigen; mensen door wie God mij helend aanraakt.

1 Kortinthe 14 leert me dat ik er alles aan heb te doen om dat wat ik krijg door te geven; om profeet te zijn; om troostend, bemoedigend of vermanend op te treden; namens God; me open te stellen naar wat God me ingeeft om te doen of te zeggen; om anderen daar weer mee op weg te helpen. En daarmee kom ik toch weer uit bij wat Wim Dekker in zijn Marginaal en missionair zegt over de lege handen die verlangend open liggen naar God; zodat Hij het hart kan vullen met de woorden om door te geven. Natuurlijk, zegt hij ook: we doen ons stinkende best om het goede daarin te doen, maar het is God die daarin mee moet komen om er wat van te maken.

Daar zit ‘m meteen wel de spanning. Ik maak me namelijk enorme zorgen over wat Wim Dekker de schuivende generatie noemt; de generatie tussen de 25 en 40 die ook z’n laatste been langzaam terugtrekt uit de kerk en verdwijnt. Hier een ouderling die na 4 dienstjaren gefrustreerd de kerkdeuren achter zich sluit; daar een student die het allemaal niet meer gelooft; ergens anders weer een jongere die af en toe nog komt en dan ineens niet meer. En ’t is dat God me in de kraag heeft gevat; anders zou ik nu ook een (vrolijk) leventje zonder God leven. Ik wil het van de daken schreeuwen tegen de mensen die het niet onder ogen (willen/durven) zien: kijk nou wat er gebeurt! En hier – in 1 Korinthe 14 – lees ik: wees stil, leg je handen open, wacht op God en Hij zal het allemaal door jou heen recht trekken; binnen de veilige grenzen van Zijn gemeente!

Het is dat de Geest zijn Goddelijke gang gaat en mijn handen vult; en die van anderen; om door te geven. Anders zou het allemaal niks zijn en al helemaal niets worden met de kerk.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.