Hoe intens geluk en fysieke uitputting samen kunnen gaan

In de week van 14 t/m 18 februari had ik mij verplaatst naar een plek in Duitsland en genoot ik een week lang vanuit mijn huiskamer van een prachtig uitzicht. Toch wandelde ik midden in die week op een mooie zonnige dag naar een plek waar het uitzicht nog mooier bleek te zijn:

Uitzicht op Zell vanaf de andere kant van de Mosel boven Zell

Na afloop van de wandeling vertrouwde ik het volgende toe aan het digitale papier.

Het fysieke geluk is vandaag verdwenen. Toch is m’n lichaam uitgeput en m’n geluk is ernstig verdiept. Vandaag wandelde ik met de zon in mijn rug en gezicht vanaf ‘Feriendorf Mont Royal’ (waar ik een weekje in retrâite ben) via Heisser Stein, Reil, langs Pünderlich  via Briedel, Zell (am Mosel), Bummkopf, Enkirch en Starkenburg naar Traben-Trarbach, vandaar met de trein naar Kövenig en dan nog eens 2,2 km omhoog naar Mont Royal; eindelijk thuis. Ik kan je zeggen: dan is 32 km veel! En van rozigheid val ik nu bijna in slaap. Heerlijk!

Van bovenaf kreeg ik het gisteren met verrekijker nog niet voor elkaar om de boodschap van God te ontcijferen. Die boodschap is vandaag voor mij geen vraag meer; tenzij je cynisch wilt denken; maar dat kan ik dus niet meer. Lopend langs de boorden van de Mosel speurde ik naar tekenen van God; naar namen; naar hun betekenis. De naam van het eerste schip ben ik ondertussen vergeten; het zei me niets; en vlak na dit schip en een foto van het dorp Briedel vanaf vlak boven het water liep ik ineens samen met een rasechte Duitser verder. Aanvankelijk zweeg hij, maar al wandelend ontpopte hij zich kilometers verder als een ietwat teruggetrokken, maar toch behulpzame man. Nee; hij was 65 jaar geleden niet in Nederland geweest; daar was hij te jong voor. Gewoon; een medemens die me vanuit Zell (am Mosel) de weg wees, zoals ik die zelf niet zo snel gevonden zou hebben.

Maar terug naar de namen; hun betekenis; en de boodschap van God. Van bovenaf vanuit mijn huiskamer leek de wereld gisteren te verstillen en ik genoot daarvan. Maar veel begrip van de wereld leverde het natuurlijk niet op. Daarvoor moet je naar beneden en deelnemen aan het echte leven; dat was – voor een cynicus associërend denkend – de eerste boodschap van God. Want ik had nog geen kennis gemaakt met de vriendelijke Duitser of de ‘Nomadis’ (Gedetailleerde gegevens en een foto vind je hier) uit Middelburg voer voorbij; een zwerver. Treffender had God me niet neer kunnen zetten en uit kunnen tekenen.

Dat was precies wat ik gisterenavond herkende in het verhaal van Stefan Paas in de bundel ‘De crux’, waarin Cees Dekker en Reinier Sonneveld een aantal prachtige en persoonlijke verhalen hebben samengebracht over de kern die kunstenaars en denkers zien en ervaren in hun geloof. Gisteren las ik dus het verhaal van Stefan Paas. Prachtig en (te) herkenbaar. Dus toch, dacht ik gisterenavond. Ik ben niet de enige in de kerk die teleurgesteld deelneem aan een kerkdienst. Ik ben niet de enige van wie dat eigenlijk niet meer hoeft. Ik ben niet de enige die dan maar zwervend op zoek ga naar andere ontmoetingen met God; buiten de kerk. Ik hoop vurig dat ik ooit een gemeente vindt, zoals Stefan die naar eigen zeggen ondertussen gevonden heeft. Dat is ook niet alles, maar in ieder geval beter dan niets.

Maar goed: ik zwerf dus. En vervolgens vaart pontificaal ‘Geertje Johanna’ voorbij; voor mij synoniem voor het dagelijkse, het gewone leven (de betekenis van beide namen had ik zonder internet – tijdelijk bewust geheelonthouder – zo even niet paraat… Thuisgekomen blijkt de betekenis van de namen iets minder alledaags te zijn: ‘Heerser met de speer’ en ‘Jahweh is genadig’. Hoe hebben ze het zo tegenstrijdig op een rij kunnen zetten). Daar moet het dus gebeuren. Daar heeft God een opdracht voor mij. Welke opdracht dan? Om die vraag te beantwoorden ben ik nu juist hier; in Kröv; in m’n eentje. Morgen heb ik nog een hele dag. Dan er maar eens verder over denken… Misschien niet te groot denken, als het om het gewone leven gaat?

En als klap op de vuurpijl vaart ‘Op hoop van zegen’ voorbij. Het is allemaal niet maakbaar. Ik heb dat zelf allemaal niet in de hand. Ik heb een zegen nodig. Ik heb het nodig dat Hij mij dicht bij Zich houdt; zwervend of niet. Ik kan zoeken en streven. Ik kan de weg kwijtraken en op een zijspoor terechtkomen. Ik kan ook Jezus volgen en me afvragen WJWD. Het blijft zoeken en het licht volgen; op hoop van zegen.

En die zegen kreeg ik even later. Nadat ik vanuit Zell op aanreiken van mijn vriendelijke Duitser weer omhoog was geklommen (één van de vier forse klims die dag) sta ik vlak voor de Bummkopf ineens weer oog in oog met Gods prachtige schepping. Voor mijn ogen ontrolt zich een vergezicht dat me overvalt en overrompelt (zie de geplakte foto hierboven). Dat had ik na al dat moois die dag niet meer verwacht; dat God me nog zo zou verrassen; met zo’n overweldigend panorama. Je moet er vast geweest zijn om te kunnen begrijpen wat ik bedoel, maar als ik je een advies mag geven: doen!

Fysiek geluk is snel verdwenen, wil ik maar zeggen; en dat is maar goed ook, want je zou er verslaafd aan kunnen raken. Toch goed; die paar ontdekkende dagen alleen in Duitsland; en dat is ontspannen uitgedrukt.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.