De afgedwongen onschuld van Michael Haneke

Michael Haneke – Das weiße Band, Eine deutsche Kindergeschichte (2009)

Michael Haneke neemt in zijn film ‘Das weisse Band’ geen blad voor de mond. Het portret van een dorp en haar inwoners is zonder expliciete beelden toch indringend in kaart gebracht. De stokslagen en het misbruik blijven buiten beeld, maar worden toch onbarmhartig aan het licht gebracht. ‘Das weisse Band’ sleept je mee. Je kunt er niet omheen.

De gebeurtenissen rondom het begin van de eerste wereldoorlog lijken zich naast de film te ontwikkelen; ze lijken daarvan los te staan; zo apart dat ik me af begon te vragen waarom dat verhaal zo losstaand van het verhaal over het dorp werd verteld. Haneke moet daar een reden voor hebben gehad. En ijzersterk vind ik het dat ik die relatie niet tijdens het kijken naar de film (zo verbazingwekkend zelfstandig), maar pas achteraf begon te onderzoeken.


De opvoeding van de predikant-vader is soms vertederend, maar in haar tirannie tenenkrommend. Die tien stokslagen zijn tot daaraan toe (daarvan kan ik me nog voorstellen dat het bij die tijd hoorde; hoe verwerpelijk ik dat vandaag ook zou vinden). Maar de introductie van het witte lint is vernederend en mensonwaardig. Zonde en besef daarvan zijn één; maar hier wordt dat zo in het kwadraat en manipulerend ingewreven dat het schadelijk moet zijn. En dat is het ook; blijkt later in de film.

Op een heel andere manier is de baron in de film ook een tiran. Hij staat boven het volk (overigens: vlak zijn vrouw op een heel andere manier niet uit) en de angst zit er diep in. Een vrouw verongelukt in zijn houtzagerij, omdat de vloer slecht onderhouden is. Haar man schikt zich, maar haar oudste zoon begint zich te verzetten. Het volk accepteert het min of meer. Maar ook de baron merkt dat het niet vanzelf meer gaat. Hij gaat de confrontatie aan. Hij weet dat het volk afhankelijk van hem is en treft hen in hun hart; in hun werk; door – tussen neus en lippen door gemeld – dan maar een blik Polen open te trekken en hen op het land te laten werken. En dat gaat niet vanzelf, want waar moeten die arbeiders slapen?

En dan de dokter; die aan het begin van de film bijna dodelijk ten val komt door een onzichtbaar gespannen ijzerdraad. Blijkbaar heeft hij een kind met het Syndroom van Down verwekt bij de vroedvrouw annex huishoudster (een schat van een kind). Niemand mag dat natuurlijk weten, maar als hij na herstel van zijn bijna dodelijke val terugkeert in het dorp, ontspint zich een gesprek tussen hem en zijn huishoudster waar ik met mijn gevoel en mijn verstand echt niet bijkan; onmogelijk; onnodig en onbegrijpelijk vernederend.

Ik heb het nooit begrepen dat die jongens in België elkaar 4 jaar lang op de vierkante meter naar het leven hebben gestaan. Door ‘Das weisse Band’ is in ieder geval invoelbaar geworden dat alles beter was dan het leven thuis. Hoewel: ook op het slagveld rond de Yper hadden de vaders, dokters en baronnen het nog steeds voor het zeggen. Die jongens wilden gewoon wat anders dan het leven thuis en ze kregen er iets nog onmenselijkers voor terug. En toch begrijp ik er nog steeds niets van met mijn westerse, 21-ste eeuwse verstand. Onvoorstelbaar dat mensen elkaar dit aan kunnen doen.

Overigens terecht: die Palme d’Or (Festival de Cannes) en de Golden Globe voor beste buitenlandse film. Prachtig, hoe je met zo weinig en verstild beeldmateriaal een ingrijpend verhaal zo sterk neer kunt zetten! Het is niet mijn gewoonte om een film voor een tweede keer te bekijken, maar ik ben bang dat ik er deze keer toch echt aan moet geloven om ook de diepere lagen van de film op me in te laten werken.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.