Hoewel een betoog een verhaal kan zijn, zit de kracht toch in het verhaal
Hoewel een betoog krachtig kan zijn en soms de aandacht van velen trekt, is de kracht van een verhaal – dat overigens valt of staat met degene die het vertelt – toch vele malen groter, omdat het wordt herinnerd en opnieuw verteld kan worden; soms zelfs letterlijk herhaald kan worden. Zo kun je jonge meiden tien keer beargumenteerd uitleggen, waarom een webcam in combinatie met onbekenden en een instabiel humeur erg gevaarlijk kan zijn. Maar de kans dat ze zich jouw argumenten op het risicovolle moment herinneren is klein; misschien ook wel omdat ze het zich op dat moment niet willen herinneren en zich dat denken te kunnen veroorloven. Toon ze echter één keer het verhaal van Amanda Todd (die – het is goed om dat erbij te vertellen – ondertussen een einde aan haar leven heeft gemaakt) en de ruimte om zo’n verhaal te vergeten – met toch dezelfde strekking als het betoog – wordt ernstig beperkt.
Zo lees ik op dit moment een prachtig betoog van Tony Judt: ‘Het land is moe, Verhandeling over onze ontevredenheid‘. Hij dicteerde het op zijn sterfbed aan zijn leerlingen die het op zijn verzoek postuum hebben uitgegeven. Toegegeven: hier lopen persoonlijk verhaal en betoog door elkaar, maar Judt vertelt in dat boek niet zijn persoonlijke verhaal. Hij bouwt wel een best krachtig betoog op over de kloof tussen arm en rijk en toont aan dat er een zekere correlatie bestaat tussen de breedte van die kloof en ons welzijn. Hoe breder de kloof, is zijn stelling, hoe groter de kans op criminaliteit, hoe lager de levensverwachting, hoe kleiner de kans op sociale mobiliteit (de zoon loopt meer kans om in dezelfde sociale klasse en inkomensgroep terecht te komen als zijn vader) en hoe groter de kans op geluk; om er maar een paar te noemen.
Maar zoals op weinig plekken geldt, geldt ook hier dat 1 + 1 niet altijd 2 is. Nu wil ik hier niet bestrijden dat logica niet bestaat, maar ik wel stellen dat die logica niet altijd toepasbaar is; niet zo zwart-wit als je soms wel graag zou willen. Judt spreekt in kansen en hoewel hij daarmee geen leugens vertelt (de cijfers liegen er echt niet om) zou één krachtig verhaal zijn betoog naar de achtergrond kunnen drukken. De film ‘The Intouchables‘ – je voelde ‘m natuurlijk al aankomen – vertelt zo’n verhaal. De rijke is in dit geval Philippe die dankzij eigen waaghalzerij in een rolstoel zit en van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat verzorgd moet worden. Op zoek naar die zorg neemt hij Driss in dienst die zijn eigen zorgen en verdriet meeneemt uit de banleue van Parijs, waardoor zich een ontroerend verhaal ontrolt – gebaseerd op ware gebeurtenissen.
De arme kijkt rond in de wereld van de rijke, ontdekt dat er heel wat te vloeken valt (wat helaas – het enige nadeel van de film wat mij betreft – vaak en intens gebeurt), maar groeit. De rijke laat zich graag overrompelen door het ongecompliceerde van de arme die hem nog het meest van allen in zijn omgeving recht doet; door er bij herhaling blijk van te geven dat hij er even geen erg in heeft dat Philippe toch echt van nek tot tenen verlamd en verdoofd is als een stuk perkament.
Marieke, deze film is inderdaad ontroerend en ik heb het bescheurd van het lachen; niet één keer; niet twee keer; maar vele malen. Als ik de komende tijd verder lees in Judt speelt dit verhaal – of ik dat nou wil of niet – op de achtergrond een rol; waarschijnlijk relativerend; zo van: maak het nou niet te groot, Tony, want de uitzonderingen vertellen een veel krachtiger verhaal dan jij met je betoog ooit op kunt bouwen. Maar teveel relativeren is ook niet goed; zeker niet omdat we maar zo weinig de kans krijgen/nemen om in de wereld van onze medelanders – ook van degenen die recent opnieuw massaal op Geert hebben gestemd – binnen te kijken en kennis te nemen van de pijn die bij hen speelt; alsof onze eigen pijn groot genoeg zou zijn om de pijn en het verdriet van de echte ander uit het oog te mogen verliezen.
Zoals de verhalen van Amanda Todd en Philippe Pozzo di Borgo (de schrijver van het autobiografische boek, waarop ‘The Intouchables‘ is gebaseerd) hun krachtige waarde hebben, zou ik Judt dan ook tekort doen, als ik zijn betoog alleen door de ogen van Borgo zou bekijken. Ook Judt schrijft – weliswaar als betoog – een prachtig verhaal dat het lezen meer dan waard is wat mij betrft; is in ieder geval mijn voorlopige oordeel zonder hem het voordeel van de twijfel te hoeven geven.