Het flinterdunne geleuter dat voor mooi filosofisch verhaal door moet gaan

Paulo Coelho, De beschermengel

Libelle noemt De beschermengel van Paulo Coelho “… een mooi filosofisch verhaal“. Dat zo’n blad dat zegt over zo’n boek had me wantrouwend moeten maken, maar na De alchemist was ik zo enthousiast over deze schrijver dat ik m’n ogen ervoor sloot. Hoewel dat ook niet helemaal mijn krant is, had ik me achteraf gezien beter kunnen richten op wat de Volkskrant over het boekje schrijft: “Doen wat je zelf wilt onder het mom van een hoger doel nastreven. Het lijkt verdacht veel op egocentrisme met een flinterdun sausje van valse nederigheid“. Hoewel dat inhoudelijk nog steeds niet is wat ik ondertussen zelf als leeservaring heb opgedaan, komt dat qua gevoel toch aardig in de buurt.

Overigens kun je zeggen over Coelho wat je wilt: je leest hem als een trein, neemt de uitweidingen voor lief, ergert je wel aan het geleuter, maar voor je het weet is het uit. Inhoudelijk heeft het veel weg van het zweverige geleuter dat ik kende van – lang geleden – James Redfield in zijn De celestijnse belofte. Coelho schrijft vele malen beter (hulde aan de vertaler), maar al die inzichten waar ik niet mee uit de voeten kan en de menging van christendom en new age… Ik kan er helemaal niets mee; nou ja, vooruit dan; bijna niets! En Coelho krijgt het niet voor elkaar om – wat Willem Jan Otten zo mooi noemt – de beweging de persoon in te maken; Paulo en Chris worden op geen enkele bladzijde van vlees en bloed; wat Coelho’s bedoeling ook niet zal zijn. Dat maakt dat ik met een dubbele binding achterblijf: goed geschreven, maar met waardeloze content en los gezongen van alles wat werkelijk is; met teveel aandacht voor betoog, waardoor het verhaal verloren gaat onder de (te) zware last van geleuter.

Dat verbaast me, want ondanks het geleuter biedt het boek een paar waardevolle inzichten die ik deel met Coelho:

  • Als onze ziel – ik zou het leven noemen – zich beperkt tot wat dichtbij, tot wat beneden is en wat binnen is, bestaat die alleen nog maar uit onszelf. Andere mensen behoren alleen nog maar tot die beperkte wereld als ze bijdragen aan wie ik ben en daarmee doe ik tekort aan wat er zichtbaar en onzichtbaar om me heen gebeurt. Daarmee doe ik tekort aan de wereld, de mensen, om me heen en doe ik tekort aan mezelf.
  • Hoewel het haar moeite kost, weet Chris soms afstand te nemen van wat de mensen om haar heen – te beginnen bij Paulo – van haar vinden. Ze laat zich leiden door een opdracht en laat haar identiteit niet langer afhangen van wat ze zou moeten doen en van wat mensen daarvan vinden. Maar nu we het toch hebben over waardevolle inzichten, doe mij Henri Nouwen dan maar die dit integer en veel krachtiger brengt dan Coelho zelfs maar in aanzet lukt.
  • Paulo (Coelho) beseft dat hij nooit tevreden zal zijn. Hoewel dat hoort bij wie hij is, maakt hem dat onrustig. En hoewel het zijn bedoeling zal zijn om dat te zeggen: ook als hij zijn engel heeft gezien blijft de halfslachtige tevredenheid over, waarvan je voelt dat het morgen al niet meer genoeg zal zijn. Levinas noemt dat verlangen; een begrip dat staat tegenover behoefte die bevredigd kan worden. Verlangen wordt nooit vervuld, omdat het eeuwigheidsdimensies heeft. Maar wat Coelho niet beseft is dat verlangen gericht is op de ander; op wat die ander van mij vraagt. Daarom leeft hij van bevrediging naar bevrediging; omdat al die behoefte aan meer gericht is op hemzelf.

Zo, dat waren de drie ezelsoren die had gelegd in het boek van Coelho. Je ziet; ik blijf het zweverig en onbevredigend geleuter vinden wat Coelho in dit boek  aan het papier heeft toevertrouwd. Het bergt verre echo’s in zich van wat ik eerder heb geleerd en het is goed om dat aan de hand van dit boek nog weer eens op een rij te zetten.

Ik was een hele week in Duitsland; alleen. Ik heb er mijn beschermengel niet ontmoet. Ik heb er wel genoten van het prachtige uitzicht (waar ik – nu ik dit schrijf – nog steeds volop van geniet), van het mooie weer, van de studie, van het wandelen, van de muziek, van een weekend met Neal Morse, van de boeken en van het besef dat God me ruimte geeft om hierin op te kunnen gaan; voor even. Maar ik verlang er nu alweer naar om die momenten thuis, met vrienden, in de kerk en op m’n werk te kunnen delen en het verlangen dat hier wakker kon worden nog vitaler de wereld in te kunnen dragen.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.