Maarten ’t Hart, zou je alsjeblieft willen stoppen met schrijven?
Zoals oudere mensen beter kunnen stoppen met autorijden (omdat ze zichzelf en anderen in gevaar brengen), zo moet Maarten ’t Hart langzamerhand maar eens stoppen met schrijven. In zijn boek ‘Magdalena‘ is het namelijk niet meer wat het geweest is; met de taal niet en een verhaal wil het ook maar niet worden.
Ik heb vaker geworsteld met een boek, maar zelfs het uiterst saaie ‘Eiland van de vorige dag‘ heb ik uiteindelijk uitgelezen. Voor het eerst in m’n leven heb ik ‘Magdalena‘ bewust opzij gelegd en besloten om het niet uit te lezen.
Ik heb altijd genoten van Maarten ’t Hart (laatstelijk nog van ‘Verlovingstijd‘). Allereerst genoot ik van zijn taal; zijn taalkunstjes en vaak ook -grappen. In ‘Magdalena‘ echter is zijn taal sleets geworden en erger ik me aan de gekozen stijl. Volgens de kranten en volgens de achterflap van het boek zou het boek een verhaal over zijn moeder moeten zijn, maar meer dan tot introspectie is ’t Hart niet gekomen; met af en toe een uitstapje naar zijn moeder.
Die uitstapjes kenden we overigens al. Dat zijn stiefvader Jezus en de duivel dementerend op één grote hoop gooide, wisten we al uit ‘Verlovingstijd’ en al die andere verhalen zullen ook wel ergens in al die andere boeken van ’t Hart terug te vinden zijn. Zo voelt het uieindelijk ook: een samenraapsel van onsamenhangende verhaaltjes die een leven op willen leuken dat helemaal niet zo opvallend was als ’t Hart wil laten lijken. Het voelt als lijkenpikkerij; een centje bijverdienste aan de dood van zijn moeder.
Het grote probleem van het boek is dat het anders is opgeschreven dan ik uit andere boeken van ’t Hart gewend was. Het boek heeft een tot vervelens toe en-toen-en-toen-en-toen-en-toen-gehalte en het wordt niet geschreven vanuit de beleving van een romanfiguur, maar vanuit de zurigheid van ’t Hart himself. Had ’t Hart die puberige zurigheid nou niet gewoon eens achter zich kunnen laten? De tale Kanaäns in verkeerde context is opnieuw te opvallend aanwezig. En op elke bladzijde moet worden aangetoond dat de Bijbel en alle geschriften die daarop zijn gebaseerd onzin verkopen. Dan lees ik liever Armando; zoals afgelopen zaterdag 2 mei 2015 in Trouw:
“Vrijheid van meningsuiting is ook heel belangrijk. Maar die wordt zo vaak misbruikt. Kwetsen moet kunnen, hoor ik dan. Ja, dat is zo, maar waarom zou je dat in hemelsnaam doen? Ik ben zelf niet gelovig en sterker nog, ik moet van godsdiensten niets hebben. Natuurlijk weet ik dat in de Koran gewelddadige dingen staan, maar de Bijbel is wat dat betreft geen haar beter! Weet je wat ik vind van mensen die gelovigen bespotten? Die vind ik kleinburgerlijk. Zielig“.
Daarmee is wel zo’n beetje alles gezegd. Als je geen goede verhalen meer kunt schrijven, Maarten, stop er dan alsjeblieft maar mee en ga lekker zielig in een hoekje zitten sikkeneuren waar wij er geen last meer van hebben. En recensenten bij de meeste kranten die schrijven dat het een gevoelig verhaal over zijn moeder is geworden: prik toch gewoon eens door al die onzin heen. ’t Hart heeft niets nieuws geschreven. Hij bevuilt het nest van z’n eigen moeder en heeft met ‘Magdalena‘ gewoon een ordinair slecht boek geschreven. Ik sluit me aan bij Emmy de Bruyn (in Wapenveld): laat die psychologische prietpraat die je toepast op andere schrijvers nou ook eens toe op ’t Hart. Ik weet zeker dat jullie in dat geval geen spaan heel hadden gelaten van dit boek.