Christus op een verder drukke hoek in Saint-Venant
Een gedicht is voor mij altijd gebonden aan een specifieke plek:
Vermoeid en belast
Gooide ik mijn plunje
Op de hoek van twee doorgaande wegen
Op een kleine trap in de schaduw
Tegen een donkere, rood geverfde paal.
Nieuwsgierig
keek ik om me heen
En bemerkte een rijke omgeving.
Dat had ik elders wel armer gezien
in Franse streken.
Plotseling drong de waarheid tot me door.
Het zou toch niet zo zijn
Dat Christus daar op die hoek
Alleen aan een paal zou hangen
Vergeten en verstopt?
Ik keek omhoog.
Ik zag twee genagelde voeten
Aan die ijzeren paal;
Dwarshout, armen en hoofd
Verborgen in het dichte lover.
Daar hing mijn verlosser
Aan dat halve kruis;
Met mijn rugzak aan Zijn voeten
En mij ernaast;
Tot rust gekomen.