We leven in een gebroken wereld. Toch (Walton revisited)?
Wat vooraf ging
Begin dit jaar schreef ik een blog over het boek The Lost World of Adam and Eve van John H. Walton dat ik kort daarvoor had gelezen. Ik benaderde het boek destijds met gemengde gevoelens; zowel juichend over nieuwe inzichten (over de gebroken wereld) als kritisch over de lichte overschatting van menselijk kennen in het boek. Dat veranderde nauwelijks toen ik het boek nog een keer doorbladerde ter voorbereiding van een avond met een vriendengroepje. Toen ik het boek tenslotte naar aanleiding van een boek over wetenschapsfilosofie afgelopen zomer nog eens beoordeelde leidde dat hoogstens tot nuancering, maar niet tot nieuwe inzichten.
Het boek liet me niet met rust
Toch liet Walton me niet los. Omdat het boek in een kring van onze kerk opnieuw op tafel lag, heb ik het boek de afgelopen maand daarom nog eens gelezen; nu vanuit de zoekvraag naar de gevolgen van het boek voor het christologische perspectief op theologie. We leven immers in een gebroken wereld. Toch?
God onderweg om orde te scheppen
Hoewel Walton dat inzicht slechts één keer uitdrukkelijk noemt in zijn boek wijkt het Bijbelse verhaal volgens hem op een cruciaal punt af van wat in de omringende culturen gebruikelijk was; namelijk daar waar het gaat om de nabijheid van en de relatie met God (pag. 146v). In Stelling 16 (pag. 149vv) legt Walton uit hoe hij aankijkt tegen schepping, wereld en eschatologie. In Genesis 1 begon God orde aan te brengen in de chaos (dat op zichzelf niet goed of fout is; hoogstens ongeordend) en Hij schakelde de mens in om Hem daarin als beelddrager (door Wright vanaf pag. 175vv onder een vergrootglas gelegd) bij te staan. Dat inzicht van Walton (over de mens als beelddrager) wordt door Van den Brink en Van der Kooi (in hun Christelijke dogmatiek op pag. 241vv) overigens in twijfel getrokken of minimaal genuanceerd.
De rol van de mens
In het paradijs kon de mens nog structureel bijdragen aan de ordening van de chaos; het project dat God volgens Genesis 1 had ingezet en door de mens namens Hem voltooid moest worden. God was Hem daar nog wel nabij. Maar de mens zonder God (of: de uit het paradijs verstoten en van de nabijheid van God buitengesloten mens) blijkt die bijdrage niet meer te kunnen leveren en creëert wanorde (waarin het wel gaat om goed of kwaad) i.p.v. orde.
Over chaos, orde en wandorde
Zoals ik het nu begrijp samengevat:
- De chaos (non-order) uit Genesis 1 : 2 kent nog geen goed of kwaad.
- Het voldoet nog niet aan het doel dat God stelde voor zijn ordening (order) van deze chaos (waarvoor hij in eerste instantie de mens mede inschakelde).
- Los van God (zich ondertussen wel bewust van goed en kwaad) blijkt de mens niet in staat om aan dat project bij te dragen en leidt zijn ordening weg van orde tot wanorde (disorder; aldus krachtig samengevat op pag. 175).
Of in een metafoor samengevat: van ongeordende grondstof (chaos of non-order) kunnen stenen worden gebakken die voor de bouw van een huis worden gebruikt (het creëren van order). Een aardbeving (of kwade wil van mensen) kan van zo’n huis een puinhoop maken (disorder).
En precies hier breekt God als Jezus in op onze werkelijkheid
In de geboorte van Jezus herstelde God de paradijselijke situatie; fundamenteel door Zichzelf te zijn en Zijn nabijheid te herstellen. God zocht die nabijheid telkens opnieuw, maar Abraham, Mozes en het volk wezen het af en bleken niet in staat om de opdracht (de Wet) onafhankelijk van God te voltooien. Er ontstonden telkens opnieuw wanorde en daarmee kwaad in de wereld in plaats van orde. In Jezus doet God een laatste en ultieme poging om dit patroon definitief te doorbreken. In Openbaringen breekt dan eindelijk en definitief door wat Jezus daarmee heeft ingezet: een volledig geordende wereld (pag. 168v). God leek zich te vergissen toen Hij de mens als beelddrager aanwees, maar als beelddragend mens beschaamde Jezus zijn Vader niet.
Toen kwam Jezus ons hinderen
Zoals Willem Jan Otten dat uitdrukt in de titel van één van zijn boeken (Waarom komt u ons hinderen?) blijft die inzet van God in Jezus niet zonder gevolgen voor mensen. Jezus breekt in op onze werkelijkheid door zich als weerloze overmacht (zoals Theo de Boer dat zo mooi noemt in zijn De God van de filosofen en de God van Pascal) te positioneren en als slachtoffer van op zichzelf behoudende machten het kruis niet te ontlopen; alwaar Hij zijn Geest gaf; alweer verlaten van God.
Jezus in een nieuw lichaam
Alleen daarom – omdat hij tot het uiterste heeft aangetoond beelddrager van God te kunnen zijn – ontvangt Jezus het nieuwe lichaam waarmee Hij door deuren heen kan gaan; op basis waarvan Paulus in 1 Cor. 15 zegt dat Zijn opstanding de definitieve doorbraak betekende naar het bedoelde einde dat God voor ogen had. In Hem wordt het nieuwe verbond (waarover bijv. Jesaja spreekt) in de harten van andere mensen (die in Hem geloven als de Messias) geschreven en mogen zij opnieuw deelnemen aan het project waarmee God zijn uiteindelijke doel alsnog bereikt; onomkeerbaar en door onze wanorde alsnog te herschikken tot de orde die Hij wil (aldus N.T. Wright die stelling 19 op pag. 169vv voor zijn rekening neemt).
Wat betekent dit voor ons?
Slechts één keer verbindt Wright deze bedoelde orde expliciet met gerechtigheid (pag. 174). Daar ligt impliciet wel de crux van onze bijdrage aan het project dat Jezus nu definitief afrondt. Jezus geeft niet alleen het goede voorbeeld, maar vraagt om Hem daarin te volgen; in die kwetsbaarheid die ook voor jou en mij kan eindigen aan het kruis; door zonder water bij de wijn (compromisloos) recht te doen in het besef dat aardse machten dat recht niet voor ogen hebben als wij hen in dat recht doen tegenkomen. Aardse machten creëren sociale wanorde (of – zoals ik het zou noemen – rechteloosheid) om zelf aan de macht te kunnen blijven (waar by the way het beelddragerschap van God bij de omringende volken in afwijking van Israël op was gericht; pag. 146).
Wat betekent dit voor mij?
Nu ik het boek met een theologische bril heb gelezen ben ik onder de indruk van de kracht van de eenvoudige trits van non-order, order en disorder en hoe Walton en Wright de Bijbelse verhalen over Jezus voor mij rijker kleuren dan ik voorheen doorhad. Voor mij hebben Walton en Wright (zei ik eerder ook al in mijn blog van augustus j.l.) een nieuwe spanningsboog over de Bijbel heen gelegd. Daardoor worden sommige onduidelijkheden verhelderd en dringt langzaam tot me door waar en hoe ik met Jezus bij kan dragen aan een wereld die volmaakt voldoet in Gods ogen.
De gebroken wereld is doorbroken
Mijn kanttekeningen bij het boek (met name waar het gaat om de zwakke legitimatie voor evolutie vanuit zijn theologische verhaal) blijf ik hebben. Maar die tegenwerpingen vallen in het niet bij de theologische kracht die ik uit vind gaan van dit boek. Er zijn van die momenten in je leven dat je in een paar uur (tijdens een gesprek of door het lezen van een boek) voor jaren werk meekrijgt. Door Waltons interpretatie van non-order, order en disorder heb ik zo’n moment denk ik beleefd.
Ja, we leven in een gebroken wereld. Maar Jezus heeft dat patroon doorbroken. Als κύριος (als Heer van mijn leven of zo je wilt als herder) ondersteunt Hij mij daarbij. In zijn nabijheid kan ik eindelijk weer bijdragen aan het project waarbinnen God orde aanbrengt in de chaos; waardoor Hij onze wanorde opnieuw ordent. Zijn plan met deze wereld wordt eindelijk voltooid.