Secularisatie als overbodig verhaal

Herman Paul – Secularisatie, Een kleine geschiedenis van een groot verhaal

Ik las Secularisatie, Een kleine geschiedenis van een groot verhaal van Herman Paul als bijvangst bij een kring. Ik kocht dit boekje, omdat ik dacht dat het hetzelfde boek was als Slag om het hart van dezelfde schrijver (wat ik hierna pas las). Het was waardevolle bijvangst; dat wel.

Augustinus

Ik heb geprobeerd Augustinus te lezen; tijdens m’n studententijd en daarna nog een keer. Maar de primaire Augustinus greep me niet. De secundaire Augustinus daarentegen raakt me steeds opnieuw. Willem Jan Otten (in Waarom komt u ons hinderen en op andere plekken in zijn oeuvre), Beatrice de Graaf (Heilige strijd) en nu weer Herman Paul geven een interpretatie van Augustinus die me telkens raakt als waardevol. Ik moet Augustinus misschien toch nog een keer proberen?

Hoopvol gestemd

Vanuit zijn benadering geeft Herman Paul kritiek op Een seculiere tijd van Charles Taylor: die zou teveel vanuit noodzakelijk op elkaar volgende periodes in de geschiedenis denken en daarmee schatplichtig zijn aan het grote verhaal over secularisatie dat in de sociologie vanaf de 19de eeuw gangbaar is. Na deze kritiek gaat Paul op zoek naar de geschiedenisvisie van Augustinus en concludeert hij dat Augustinus denkt vanuit mogelijkheden. Kort samengevat: zoals het vandaag is, hoeft het morgen niet opnieuw te zijn. Er is hoop dat het morgen anders kan.

Lesslie Newbigin

Die hoopvolle insteek herinnert me aan een bijeenkomst begin jaren ’90, waar Lesslie Newbigin sprak. Newbigin was als kardinaal van de Anglicaanse kerk teruggekeerd uit India en ik had zijn hoopvolle belangrijkste werk (The Gospel in a Pluralist Society) net gelezen. Ik had er met mijn bestuur een winterconferentie voor de C.S.F.R. over georganiseerd (met als thema ‘Kerk ben je maandag ook’). Kort na dat weekend was Newbigin in Nederland. Het meest inspirerende deel van die dag herinner ik me als de boodschap van Augustinus die Paul voor het voetlicht haalt.

De Verlichting als voorbeeld

“Verlichtingsfilosofen” parafraseer ik hier Newbigin “poneerden in achterkamertjes stellingen die nu onderdeel uitmaken van het standaard repertoire van onze cultuur. Zij hebben dat zelf niet meer meegemaakt. Waarom verwachten wij dan dat onze boodschap morgen wel breed gedragen wordt? Dat hoeft niet. Heb geduld. Want wat morgen niet gebeurt, gebeurt overmorgen of misschien pas over eeuwen. En wie heeft ons toegezegd dat wij deelgenoot zullen zijn van de verspreiding van het evangelie? Niemand. God gaat zijn eigen gang op Zijn eigen tijd”. Wat wij op zo’n moment kunnen doen? Casting Crowns zingt er in What the World Needs het volgende over: “Jesus is going to save the world, but maybe the best thing we can do is just get out of the way”. Laat het Hem maar doen.

Het grote verhaal over secularisatie

In Secularisatie is de stelling van Herman Paul dat sociologen zich altijd blind hebben gestaard op cijfers. Die fetish met cijfers wijt ikzelf aan een minderwaardigheidscomplex van sociale en andere alfa-wetenschappen. Hoe beter meetbaar – is het idee – hoe wetenschappelijker. Sociologen zouden er goed aan doen om hun traditie daarin eens kritisch te bekijken; is mijn mening. Dat zou ze een stuk geloofwaardiger maken dan nu het geval is. Maar terug naar Paul. Sociologen – zegt hij – hebben kerkverlating altijd beschouwd als indicator voor secularisatie. Met die vooronderstelling hebben ze een groot verhaal gevormd dat bepalend is geworden voor hoe kerken en hun bezoekers omgaan met het begrip secularisatie. Maar – zegt Paul – dat is niet het enige frame of sjabloon waarbinnen secularisatie geïnterpreteerd kan worden.

Kerkverlating en gemeenteraad

Paul beschrijft ook hoe sociologen zich verkneukelden over die cijfers. Ze voorspelden met leedvermaak dat religie uit de maatschappij zou verdwijnen. Paul beschrijft ook hoe kerken erop reageerden; met angstige waarschuwingen of met conformerende aanpassingen om de aansluiting met de wereld te behouden. Als het maar niet zover komt dat we kerken moeten sluiten. Of: zie je wel. We waren er al bang voor. Dit is het oordeel.

Met die bril op verkneukelde ik me er wel een beetje over dat het versplinterde partijenlandschap als één van de thema’s voor de komende verkiezingen wordt gezien. Individuen dachten geen boodschap te hebben aan sociale cohesie en keerden de kerk de rug toe. En nu dat zelfde individualisme zichtbaar wordt in het hart van de samenleving, zie je een zelfde reactie. Zo valt niet te regeren, is de angst. Zo kunnen we geen colleges vormen. Hoe moet dat ooit goed komen? Kadaverdiscipline hield partijen nog provisorisch bij elkaar, maar de noodverbanden werken niet meer. Mensen willen zich niet meer verantwoorden tegenover een groep.

Secularisatie van het hart

Maar terug naar het thema van deze blog. Er zijn andere frames of grote verhalen over secularisatie te vertellen. En niet al die frames leiden tot de conclusie dat geloof en wetenschap onverenigbaar zijn (zoals dit grote verhaal nogal defaitistisch richting geeft). Als gelovige (met twijfel) hoef je niet perse af te vallen. En afvallige gelovigen zijn niet verplicht om zich te bewegen binnen het frame dat ze achteraf gebruiken om hun keuze te legitimeren (je snapt toch wel dat ik met zo’n geloof niet in synagoge, moskee of kerk kan blijven?).

Een nieuwe definitie voor secularisatie

Paul stelt een nieuwe definitie van secularisatie voor. Die definitie is niet meetbaar te maken. Die definitie gaat niet uit van een sociologische scheiding van mensen binnen en van anderen buiten de kerk. In die definitie wordt secularisatie geïnterpreteerd als het verlangen van een mens dat verschuift van boven naar beneden; van een verlangen naar God naar een bevrediging van behoeftes hier beneden (dat onderscheid tussen verlangen en behoefte komt overigens niet van Paul, maar van Levinas).

Twijfel is geen secularisatie

Zo heb ik volgens mij de kern van Secularisatie van Herman Paul wel samengevat. Enerzijds vind ik het een gouden vondst om de sociologische term framing (vandaag de dag informeel benoemd als filterbubbel) op deze manier te gebruiken. Ik ben blij dat ik kerkverlating als sociologisch frame voor secularisatie los mag laten. Eigenlijk heb ik er nooit echt iets mee gehad. Ik ben niet bang geweest voor secularisatie en heb me er eigenlijk ook niet tegen verzet (misschien wel met de religieloze mens van Dietrich Bonhoeffer in m’n achterhoofd). Ik mag twijfelen. Dat hoeft niet te leiden tot secularisatie. Dat hoeft niet naar de rand van de kerk te wijzen. Ook twijfelend mag ik onderdeel uit blijven maken van de kerk die me dierbaar is. God is veel groter dan mijn twijfel en ook veel omvattender dan de keuzes die ik hier beneden maak.

Het verlangen naar God

Ondertussen besef ik door lezing van Secularisatie van Paul opnieuw dat het allemaal niet vanzelf spreekt. Ik heb de boodschap van Paul gehoord (zoals hij dat verder uitwerkt in De slag om het hart). Ik ben net als mensen aan de rand van de kerk of daarbuiten behept met een behoefte aan status, met een intens verlangen naar beweging van m’n lichaam of kortom: ik ben ook op zoek naar bevrediging van mijn aardse behoeftes. De vraag is niet of ik die behoeftes heb (die heb je, zegt Paul), maar hoe belangrijk ze voor me zijn in verhouding tot mijn verlangen naar God. Als je dat verlangen geen voorrang geeft, ebt het weg en blijven behoeftes over. Dat verlangen moet je voeden. Daarom heb ik na de kring over het boek van Paul het gebeden-/getijdenboek Bid, Luister, Leef van Rick Timmermans en Heleen Dekens gekocht. ’s Morgens ligt het op tafel en neem ik tijd voor lezing, stilte en gebed. Dat voedt m’n verlangen naar God; merk ik.

En daar ben ik dankbaar voor.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.