Met Maria naar beneden; naar Estivareilles

Samen kijken Maria en ik neer op Estivareilles

Onderweg van Saint-Bonnet-le-Château naar Pontempeyrat in Estivareilles

Op 9 mei 2024 wandelde ik tijdens mijn #camino door het dorpje Estivareilles. Bij de rand liep ik langs een stationnetje waar vrijwilligers sleutelden aan een treintje uit de vorige eeuw (die ik als toeristisch treintje de dag daarna nog tegen zou komen). In het dorp rustte ik bij een fontein. Daar stonden een paar jonge gasten met wie ik – ik had toch alle tijd – een gesprekje in het Frans aanknoopte. Eén van hun crossmotoren had het in de ruigte begeven en hij werd keurig (door z’n vader?) opgehaald. Niet lang daarna verdwenen zij met een hoop herrie over de paden die ik later bewandelde (waardoor ik de dagen erna eindelijk begreep waarom die paden zo snel erodeerden en vol water stonden tijdens de regen 🙁).

Toen ik verder naar boven klom en opnieuw lekker de tijd nam voor rust, ontstond met het uitzicht op de foto hierboven het gedicht hieronder.

Gedacht gedicht

Met Maria waakte ik van bovenaf
Over een dorp nog geen worp verwijderd
Vanwaar ik verstild keek naar het gedoe.

Het toeristische treintje stond stil te wachten,
Maar jonge gasten op hun stoere moters
Gingen lachend achter mij voorbij.

Eindelijk daalde een omvattende rust neer
Waarin God de Vader rondging
En Jezus zich openbaarde

Een zachte fluistering waarde rond.
Zou het de Geest zijn
Die stilletjes en rustig in m’n oren zong?

Hier zou ik altijd wel willen blijven.
Met de zon en een dun windje in de rug
Zou ik de tijd voor eeuwig stil laten staan.

“Mais non”, zou Jezus zeggen,
“Geen tent op deze berg!
Voor de wereld moet je beneden zijn”.

In het gedoe gebeurt het. Daar antwoord ik
Op het beroep dat anderen op me doen.
Niet ik, maar de ander mag het zeggen.

Wat in Israël of Ukraine gebeurt
En wat moreel wel of niet verantwoord is,
Dat zijn te grote woorden voor mij.

Wat ik doe in mijn kleine wereld,
Thuis, op school of in de kerk?
Die vraag is me al meer dan groot genoeg.

Het hoeft niet met grote gebaren
In een wereld van anderen; te groot voor mij
Want ik kwam, ik zag en ga ooit voorbij.

Als voorbijganger ben ik slechts
Struikelend onderweg naar de eeuwigheid,
Steeds opnieuw proberend, omdat het mag.

Hoe draag ik bij aan een schepping,
Zodat anderen er later zonder mij
Op hun eigen wijze aan bij kunnen dragen?

Kadmos B

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.