Vonne van der Meer – Zondagavond
Toch is het goed om af en toe eens in de leer te gaan bij een Rooms-Katholiek. Die snappen tenminste nog eens wat rituelen zijn. Vonne van der Meer is een voorbeeld van een Katholiek waar ik veel van kan leren en heb geleerd. Van der Meer heeft het enerzijds over grote thema’s als schuld (als het eigenlijk al te laat is) en vergeving (en hoe moeilijk dat kan zijn). En de dood ontkomt er niet aan om ook uitgebreid te worden besproken (of eigenlijk: te worden uitgebeeld). En juist op dit punt heb ik veel van Vonne van der Meer geleerd.
In Jacobus 5 staat het onversneden (geciteerd in Zondagavond): “Is iemand van u ziek? Laat hij de oudsten van de gemeente roepen; zij moeten een gebed over hem uitspreken…. En als hij zonden heeft begaan, zal het hem vergeven worden”. Het staat er zo eenvoudig, maar in de praktijk blijkt dit toch een moeilijk te verstouwen stukje Bijbel. Het staat niet alleen daar, maar hier staat het ook: zonden worden vergeven op het gebed. Vonne laat ons zien dat dit niet vanzelf gaat; dat daar tijd overheen gaat; dat pijn en woede eerst komen, voordat echt vergeven kan worden. Maar als die mensen zich dan tot vergeving kunnen zetten (of dat later zullen doen, omdat God hen een handje helpt), is God bereid om ook te vergeven.
Als protestant heb ik dat nooit zo geweten. Ik weet ook niet of ziekzalving als laatste sacrament altijd zo indrukwekkend wordt bediend als in dit boek wordt gedaan. In het boek wordt vergeving afgebeden voor alles wat Robert verkeerd heeft gedaan; van de verkeerde woorden die hij met zijn mond heeft gesproken tot de woorden van anderen die hij niet wilde horen. Alles wordt meegenomen. Voor alles wordt om vergeving gevraagd. Wat dat betreft zou ik graag in de Rooms-Katholieke traditie staan. Ik hou van rituelen en vindt ze belangrijk. Als protestant sta je dan al gauw met lege handen. Want – wat Kuitert wel denkt: de dood is geen religion making characteristic. De dood is dood. Meer is het niet – weet ik helaas uit ervaring. Een ritueel met inhoud (zoals het laatste sacrament – in ieder geval zoals beschreven in Zondagavond – dat blijkbaar is) kan daar nog iets van maken; kan ons dichter bij God brengen of God dichter bij ons. Niet van onderen naar boven, maar andersom. God is bereid om zelfs op de momenten van dood af te dalen en mensen te troosten. Het beschreven ritueel versterkt en draagt dat. Je zou dat in de terminologie van Theo de Boer (in zijn De God van de filosofen en de God van Pascal, paragraaf 4) transcenderende ervaringen kunnen noemen: “In het bovenstaande heb ik een poging gedaan een aantal momenten aan te wijzen waarin de mens zijn bestaan als subject overschrijdt (transcenderend). Daartoe hoort ook het gebed. Bidden is geen vragen om zaken die het subject zich voorstelt [een religion making characteristic]. Het is in wezen een vragen om wat al geschonken is”. Zoiets dus.
Dan nog iets heel anders. Van nature ben ik geneigd om de wereld door de ogen van het slachtoffer te zien en de dader af te schrijven. Soms valt er door een enkel zinnetje ineens een heel ander licht op een situatie. Op pagina 150 (bijna aan het einde van het boek) lees ik: “… en daar drong het tot haar door: als die soldaten Mila hadden meegenomen, was er voorgoed iets in mijn vader gedood”. Vonne stuurt daar in haar verhaal natuurlijk op: dat je de wereld vooral bekijkt vanuit de ogen van het (potentiële) slachtoffer – in dit geval Mila. En dat is helemaal terecht. Met deze zin doet Vonne daar niets aan af. En toch: ook de (potentiële) dader kan slachtoffer zijn. Multi-focaal zien zou je dat kunnen noemen. Waarom heb ik daar toch steeds een hulpmiddel/een hulp-gever voor nodig? Zoals nu weer dat ene zinnetje van Vonne van der Meer; zoals nog geen jaar geleden het leven en de dood van Nikkie.
Ik leer het ook nooit; gelukkig.