Bouwkunde TU Delft ter ziele
Dat was het dan. ’s Morgens om kwart voor tien keek ik gisteren nog even naar buiten en zag ik een fikse rookwolk uit de tegenovergelegen faculteit van Bouwkunde bulken: grote schrik en bijna meteen ook ontreddering.
7 uur later zag ik op nog geen 70 meter van m’n werkplek vervolgens de voorste helft van de noordvleugel naar beneden storten. Vreselijk. Wat er dan in je omgaat, dat is niet te beschrijven. Ik raakte een soort van in paniek toen ik zag gebeuren wat je in het onderstaande filmpje terug kunt zien:
En nog weer 12 uur later had ik vandaag ongeveer het volgende uitzicht vanaf m’n werkplek:
Het gebouw was altijd al een beetje deprimerend om naar te kijken. Zoals een collega zei: ik had niet gedacht dat het deprimerender kon. Maar toch. Dit is – zoals Plasterk het vanmiddag over een ander onderwerp bij hetzelfde gebouw uitdrukte – bizar. Dit is niet te geloven en vooral wrang voor betrokkenen. Ik ben al van slag (omdat er een stukje in m’n blikveld veranderd is…). Wat moet dat zijn voor de mensen die er een stuk(je) van hun leven hebben doorgebracht cq. hun leven daaraan hebben gegeven? Vooral de duizenden A4-tjes die zomaar ineens (een paar keer) als een witte rookwolk aan het pand ontsnapten vertellen een verhaal dat je liever niet navertelt:
Toch hou je er ook een dubbel gevoel aan over. Ik had gisteren en vandaag een werkplek op de eerste rang. Studenten van bouwkunde kwamen bij ons kijken en fotograferen, omdat ze niet dichterbij konden komen dan vanaf onze werkplek. Dat maakt het ook een bijzondere ervaring, die ik weliswaar graag had willen missen, maar die me als bijzondere ervaring nog wel even bij zal blijven.
En of je het wilt of niet. Op haar manier laat het pand ook fotogenieke kanten zien. Alle foto’s waren lelijk, behalve die ene: