Lody van de Kamp – Alleen

Lody van de Kamp, Alleen

Deze blog werd ook gepubliceerd op MozaïekBlog, een site van KOKBoekencentrum

Erna staat er alleen voor nadat haar vader, moeder en broertje Eddy (en al die anderen) in de kampen zijn omgekomen. Ze staat er alleen voor, als een ex-NSB-er haar bespuugt en haar toevoegt dat de Duitsers zeker zijn vergeten om haar te vergassen. Ik kan me onmogelijk inleven in wat er dan met je gebeurt, maar dat het ook voor Erna (en al die anderen) niet te bevatten is geweest, dat kan ik me goed voorstellen. Dat heeft van de Kamp in ieder geval wel voor elkaar gekregen.

Lody van de Kamp is geen sterke schrijver, maar hij vertelt een goed verhaal. Het toen-en-toen ergerde me te veel. En de soms er wel erg dik opgelegde flashbacks waren storend, maar een andere keer waren ze zo herkenbaar en daarbij bijzonder confronterend.

Het patroon van het verhaal is niet nieuw. Ook Elie Wiesel situeerde zijn hoofdpersoon in De nacht in Auschwitz (Erna komt via Auschwitz in Bergen Belsen terecht) en in De dageraad in Israël (met in zijn verhaal de onmogelijke opdracht om een Engelse majoor dood te schieten). Erna vertrekt na het incident (in 1948) ook naar Israël en wordt daar geconfronteerd met de leugens en misdaden van een aantal zionisten. Die vermoordden mensen (vaak palestijnen van de lokale bevolking) en probeerden de immigrerende joden te ont-religie-seren (door bijvoorbeeld de kinderen vlak na de geboorte bij hun moeder weg te halen (hier lees je naar een ijzingwekkende climax toe door de vergelijking met het kamp, waar ook een kind geboren werd). Hoewel ze na die ervaringen op zoek gaat naar haar traditioneel Joodse wortels duurt het lang voor ze door een bruiloft weer in het chassidische jodendom belandt. Ze begrijpt het allemaal maar moeizaam (leefde haar vader nog maar…) en durft eigenlijk geen relaties meer aan te gaan; sterker nog: Erna lijkt daarvoor te worden gestraft; elke keer opnieuw.

Alles bij elkaar genomen maakt dit Alleen niet tot een erg opwekkend verhaal. Hoewel de stijl van het verhaal van mij scherper en aantrekkelijker had gemogen, heeft het boek me toch vanaf de eertse bladzijden geboeid. Het boek is in zijn genre niet nieuw, maar kent toch verrassende wendingen. Afgezien van de inhoud en daarmee de kracht van het verhaal (je zou er bijna depressief van worden) heeft Van de Kamp een aantal dilemma’s uitgewerkt die best aan het denken zetten. Kun je dit en ander vergelijkbaar lijden nog wel recht in de ogen zien, als het jou overkomt? Helpt het om je slachtofferrol op te geven en langzaamaan toch weer als wereldburger (met alle rechten, plezier en plichten) aan je eigen samenleving deel te nemen? Wat gebeurt er met je, als je vader en moeder je de weg niet meer kunnen wijzen (en je daar toch met alle vezels van je geest intens naar verlangt)? Wat is er na de oorlog toch allemaal in Nederland gebeurd? Was de nazi die Erna op haar jas spuugde eigenlijk wel een uitzondering (als ik Na de oorlog van Tony Judt moet geloven, was het na 1945 allemaal nog lang niet afgelopen)? Wat hebben mensen je eigenlijk nog te bieden, als je zo diep je verdriet (misschien is het woord wanhoop beter) in wordt gesleurd? Valt dat verdriet nog wel met liefde te overbruggen?

Toch nog even terug naar het verhaal. Het hangt van net teveel toeval aan elkaar. Toch is het echt niet alleen maar ongeloofwaardig, omdat er teveel toeval in het verhaal voorkomt: “Als ze via de reis naar Israël, haar tijd in het Noorden en haar verblijf in het opvangkamp bij Petach Tikwa belandt en het verhaal van Terah, de baby van de Jemenitische Nawa vertelt, merkt ze dat meneer Rubin haar vol ongeloof aanstaart“. Die meneer Rubin stond er in Tel Aviv relatief middenin. Soms lezen we de verhalen in de krant of in een boek (zoals ik nu het net genoemde Na de oorlog lees; wat dat betreft een absolute aanrader) en we geloven het niet; dat kan toch niet? We geloven het niet, maar langzaamaan begint het dan vaak toch tot ons door te dringen dat hetgeen wij niet geloofden toch waar is geweest (heeft niet bijna iedereen de eerste keer op die manier naar de vliegtuigen in het WTC gekeken?).

Nogmaals afgezien van het verhaal mag Van de Kamp zijn stijl aanpassen om het beter te laten passen bij de diepte van zijn verhaal. Toch vond ik halverwege het boek een taalkundig briljantje dat ik je niet wil onthouden (het is overigens tekenend voor de sfeer in het boek, maar nergens zo krachtig neergeleg als in deze paar woorden): “De stem van de chazzan klinkt door de grote ruimte. ‘Ja’anega bejom Tsara…‘ Moge de Eeuwige u verhoren op de dag van nood! Geruisloos bewegen de vrouwen heen en weer. Samen veroorzaken zij een droefgeestig schimmenspel op de witte muren van de sjoel.

Afgelopen zomer schreef ik een artikel over lijden. Halverwege oktober kom ik daar (na publicatie) nog op terug. Dat artikel heeft me enorm aan het denken gezet over slachtofferschap (Ik citeer hier kort uit Het kwaad van Paul Ricoeur: “God onvoorwaardelijk beminnen, betekent het volledig verlaten van de cirkel van de vergelding waarin de klacht nog steeds gevangen blijft zolang het slachtoffer zich over de onrechtvaardigheid van zijn lot beklaagt“). Dit boek zet mij weer aan het denken over mijn artikel en over deze eindconclusie. Zo gemakkelijk is het dus allemaal niet. Ik had het kunnen weten, als ik me nog meer had verdiept in het denken van Kierkegaard: we begrijpen het niet; ik ook niet.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.