A. den Doolaard – Wampie
Even stond ik verbaasd: ’t zal toch niet zo zijn dat Den Doolaard hier parafraserend plagiaat pleegt op Lady Chatterley’s Lover van D.H. Lawrence? In beide boeken speelt een erotische relatie tussen een boswachter en een jongedame die elkaar in het bos tegenkomen (ach ja, waar kwam en kom je toen en nu anders een boswachter tegen?). Daar waar Lawrence echter niet tot een verhaal weet te komen (hoogstens tot een door porno gedragen maatschappijkritiek, als je het boek welwillend interpreteert), weet Den Doolaard deze half pornografische start al gauw om te buigen naar een goed verhaal dat door een onverwacht plot wordt gedragen. Heel creatief weet hij porno binnenskamers te houden, als hij de kat Druppie introduceert die de gelieven probeert te bespieden:
Maar dit keer kwam er geen baas en na een poosje kroop Druppie naar buiten, ook al lag er niets te lokken in de natte sneeuw, waar ze met hoogopgetrokken pootjes doorheen trapte. Rang! Het gordijn achter de verandadeuren vloog dicht, zo hard, dat het er van heen en weer woei. Ze rende rond het huis, net als altijd, wanneer ze in huppelsprongen de baas ontweek. Ze kon nog net z’n hand zien, die ook daar met een ruk de huiskamergordijnen dichttrok. Wat was er aan de hand vandaag? … Hup! Ze zat op het kozijn en onder de reet van de dichte gordijnen door kon ze net naar binnen kijken. Een poosje bleef ze stil zitten, alleen haar dikke staart zwaaide langzaam en wellustig heen en weer…
Zo kan het dus ook (zonder de verzuchting te hoeven slaken of er misschien ook nog dingen privé mogen blijven)! Voor fijnproevers van taal is het boek bovendien een genot; alleen al omdat de taal uit de jaren ’30 – zeker zoals Den Doolaard haar bezigt – zacht en rond over de bladzijden boldert.
In dit boek wordt tussen neus en lippen door ondertussen ook duidelijk, waarom op de achterflap van het boek wordt vermeld dat Den Doolaard en zijn vrouw in de Tweede Wereldoorlog in Londen doorbrachten (wat Den Doolaard ook vertelt in zijn Londen en de zaak Van ’t Sant):
Hij vouwde de krant open. ‘Daar! De machtige staatsman Benvenuto Blaaskaak reist naar Berlijn en komt vannacht door Innsbruck. Hij heet anders, je weet wel hoe, hè? Maar ik wil zijn naam zelfs niet in mijn mond nemen…
Als je in 1938 in alle openheid Hitler een blaaskaak had genoemd, kon je vanaf 1940 maar beter het veld ruimen in Nederland. Wat dat betreft is er gelukkig veel veranderd, maar Parijs is gelukkig gebleven wat het was (hoe herkenbaar):
Zo was Parijs, je kwam telkens bedrogen uit, maar toch hield je er van ondanks alle stank en vuil; vanwege het lichte en zorgeloze dat er over deze toch zo zwoegende stad lag, waar ook de zwaarste gebouwen van hun zwaarte ontdaan leken door de gezelligheid van rommelige winkeltjes onderin aan de straat; door de veelheid van spiegels, krullen en tierelantijnen waarvan je vlak bij eerst zag hoe smoezelig en slordig ze eigenlijk waren…
Wat ik tenslotte ook herkenbaar vond:
Het was de gezochte gelegenheid geweest haar even te kleineren, door hardop te verklaren dat het zo maar een typistetje was dat hij uit een gril had meegenomen, maar de gedachte er aan was pas veel later in hem opgekomen en toen had hij gevoeld dat het laag geweest zou zijn…
Had ik die gêne ook maar eens als ik me achteraf af en toe allerlei bitse en onheuse dingen bedenk die ik eerder die dag had kunnen bezigen, als ik ze op dat moment maar had bedacht. Maar nee, ik moet er op dat soort momenten nog zo nodig trots op zijn ook dat ik ze alsnog bedenk… Had ik maar… Had ik maar… Ach; oom Barend was met zijn 57 jaar – hoewel dat oud genoemd mag worden voor die tijd – ook nog jong genoeg om te leren. Er moeten uitdagingen blijven… Je kunt niet alles goed doen…
Albert,
Geinig interview op YouTube. Een markante man, die Den Doolaard. Als je ‘m zo hoort, moet’ie een hoop hebben meegemaakt. En dan toch die pretlichtjes in z’n ogen….. Al 47 jaar getrouwd zijn met een Wampie lijkt me overigens niet gek. Ik ben nog maar bij de 12 1/2 jaar!
By the way: Benito lijkt meer op Benvenuto dan op Adolf. ik denk dat je gelijk hebt!
Karel J.
Leuk artikel! Ik verzamel alles wat met A. den Doolaard te maken heeft. Het boek Wampie is deels autobiografisch, Wampie was niet voor niets ook de bijnaam die hij aan zijn vrouw Erie Spoelstra gaf kort nadat ze elkaar halverwege de jaren dertig ontmoetten. Meer hierover in zijn autobiografie ‘het leven van een landloper’ en in ‘ogen op de rug’.
Zie ook het interview van A. den Doolaard door Boudewijn Büch over Wampie (fragment, 1984):
http://www.youtube.com/watch?v=6D_mhjyhNm8
PS: zelf denk ik dat met “de machtige staatsman Benvenuto Blaaskaak” Benito Mussolini bedoeld werd.