God hoeft geen vinger uit te steken…
Ik weet niet goed wat in de film (sexuele) fantasie is van de regisseur en wat werkelijkheid, maar net als in Haren ging het goed mis in Pasadena. Sinds afgelopen vrijdag kennen we het patroon ook in Nederland: jongere(n) plaats(t/en) bewust openbaar evenement op Facebook om zoveel mogelijk andere jongeren naar een rustige villawijk te lokken en het ‘feest’ dat op die manier ontstaat loopt volledig uit de hand.
Nee, ‘Project X’ is geen vrolijk niemendalletje voor op de vrije vrijdagavond en als je gevoelig bent voor porno is het een absolute no-go film. Even afgezien daarvan was ik geschokt over het verhaal in de film: lieve, aardige jongen (Thomas) wordt 17 op de dag dat zijn ouders ‘m er tussenuit knijpen, omdat ze net die dag ook nog eens zoveel jaar getrouwd zijn. Vader drukt hem op het hart dat het geplande feestje natuurlijk beperkt blijft tot de 3 of 4 vrienden die hij heeft en natuurlijk belooft brave Thomas dat te doen. Maar ‘vriend’ Costa heeft allang anders besloten: die wil snuiven, gokken, zuipen en …. Hij zal wel even een leuke party organiseren voor zijn vriendelijke vriend. “Maak je geen zorgen, alles komt goed…”. Voor het verdere verloop van dat ‘feestje’ hoef je de film niet te zien, maar alleen het nieuws te volgen; nu ook in Nederland; in Gouda op beperkte schaal (toen bemoeide de klassieke media zich er nog niet mee), maar nu ook in Haren.
Wat me vooral zo schokte in de film was het explosieve risicogedrag, waarvoor jongeren (en sommige ouderen) kiezen. Bij de aftiteling van de film wordt tussen neus en lippen gemeld dat Costa dankzij zijn advocaat wordt vrijgesproken, maar dat er nog wel drie onderzoeken naar vaderschap voor hem liepen (wellicht ten overvloede, maar toch: vanwege die ene avond). Wat bezielt de meiden die hun toekomst daarmee vergooien? Wat bezielt zo’n jongen om AIDS en allerlei andere ziektes te riskeren? Ja, natuurlijk, de alcohol vloeide rijkelijk en de pillen gingen rond als snoepjes (alsof dat overigens geen risicogedrag is, waarmee je jezelf en anderen in gevaar brengt). Dat verklaart een hoop, maar niet alles.
Rationeel wist ik dat natuurlijk. Ik geef er Nota Bene voorlichting over op middelbare scholen. Nee, wat me echt schokte waren niet de feiten. Die ken ik wel. Wat me echt schokte was de (schijnbaar) onoverbrugbare kloof tussen mijn inlevingsvermogen en hun gedrag. Met m’n hersens kan ik erbij, maar met m’n gevoel lukt dat dus van geen kanten. En dat voelt alsof er een deken van verdriet over me heen wordt gelegd.
Snappen doe ik het dus wel, maar ik ben ontdaan; misschien is dat nog wel het beste woord voor wat ik voel. En gek genoeg voelt dat hetzelfde als toen ik de film ‘Warriors‘ (een film over de oorlog in Bosnië – http://www.imdb.com/title/tt0119873/ – van Peter Kosminsky) had gezien na mijn bezoek aan het oorlogsgebied in Bosnië. Die film bevestigde de werkelijkheid die ik toen had gezien, zoals ‘Project X‘ de werkelijkheid in Haren bevestigde (natuurlijk met alle kanttekeningen gezien door de ogen van de klassieke en moderne media). Maar ik heb natuurlijk geen media nodig om iets te vinden van de excessieve overschrijding van de grenzen tussen publiek en privé. Je hebt volgens mij niet zo heel veel voorstellingsvermogen nodig om je voor te kunnen stellen hoe veilig de man van 84 zich nog voelt nadat hij in zijn eigen keuken met een baksteen is geslagen of bekogeld; hoe veilig het personeel van AH zich nog voelt na de meute die hun winkel binnendrong; hoe veilig de eigenaar van de ijssalon zich nog voelt nadat zijn voorruiten in zijn voorraad ijs aan diggelen zijn gegooid; hoe veilig burgers zich de komende tijd in Haren nog zullen voelen.
Maar daar blijft het dan voorlopig bij: bij de angst dat het ook in mijn straat zou kunnen gebeuren en hoe ik me dan zou voelen. Maar dan begin ik me er toch ook over op te winden. Want ondertussen voel ik me ook boos. Het handenwassen in onschuld begon diezelfde avond nog. De klassieke media stond er met de camera bovenop: “daar snap ik nou niks van, daarnet was het nog zo gezellig hier; mensen hadden hun eigen drank meegenomen…”. Hoe naïef kun je zijn?
En dan die burgemeester van de VVD; de partij die adverteert met “geen medelijden met daders, wel met slachtoffers”. Hij staat de hele week te verkondigen dat er geen feestje is in Haren, maar jongeren begrepen dat beter: “Waar is dat feestje? Hier is dat feestje!”. Vervolgens kondigt de burgemeester – voor het geval dat – een noodverordening af, die de politie de mogelijkheid geeft om te in te grijpen als toeschouwers geopende alcohol bij zich hebben. En wat doet de politie? Toekijken hoe een deel van de opgedraafde menigte zich lam zuipt (nadat ze zich eerder al met pillen hadden opgepompt) om vervolgens pas in te grijpen als alle alcohol is genuttigd (over verdronken kalveren gesproken…). Ik noem dat: alle ruimte voor de daders! En ik noem dat: plaatsvervangers – de inwoners van Haren – offeren. Als dat VVD is… “We waren op alles voorbereid, maar dat het zo erg zou zijn…”. Hoe naïef kun je zijn?
Ik zeg het nog maar een keer: af en toe denk ik wel eens dat ik liberaler en intoleranter ben dan de VVD zelf. Als ik burgemeester van dat dorp had mogen spelen, hadden ze mijn dorp niet ingekomen; dan had ik die bussen niet werkeloos langs de kant laten staan, maar m’n 500 man politie gebruikt om ze v.v. terug te bonjouren naar waar ze vandaan kwamen. Als jongere heb je niets te zoeken in dat dorp in het hoge noorden; wegwezen!
En wat deed de bestuurlijke bovenlaag? Toekijken! en wat doet ze nu? Ze wast haar handen in onschuld. Gewone burgers zitten opgescheept met de gevolgen van excessief geweld (even voor de duidelijkheid: die ik niet goedkeur), bestuurlijke onmacht (om het eufemistisch uit te drukken) en klassieke media die er als de kippen bij was om het allemaal groter te maken dan het daadwerkelijk was. Er wordt alle ruimte geboden om daarover te praten, maar waar las ik ook alweer dat voorkomen beter is dan genezen?
Helaas heb ik ook ergens gelezen dat een volk de overheid (en – voeg ik daar nu zelf aan toe – jongeren en media) krijgt die ze verdient. Blijkbaar past die naïviteit ons wel en soms is het voor de eigen geestelijke gezondheid (van een individu zowel als van een volk) beter om verdringingsmechanismen voldoende ruimte te geven. Helaas sluipt daar de gebruikelijke zondebok ook graag tussen: “ach, die jongeren van tegenwoordig…”. En tenslotte blijft het nogal diffuus waar dit allemaal toe leidt.
Even afgezien van de copy-cat van Project X in Haren blijft sprake van een constante factor. Hoewel ik van beroep geen historicus ben, lijkt het me evident dat dit niet van vandaag of gisteren is. Hoewel daarbij sprake is van een (regelmatige?) golfbeweging hebben revolutie en (de gevolgen van) decadentie eerder om zich heen gegrepen en hebben veel burgers en bestuurders zich daarbij (uiterst) onzeker gevoeld. Soms was dat terecht. Soms liep dat met een sisser af. Aan de onderkant van de samenleving (zoals wij ons gemakshalve in de toplaag graag denigrerend uitdrukken) heerst veel onrust, onvrede en boosheid. Wilders heeft dat onderkend en speelt daar handig op in, maar de meeste politici kunnen er nog steeds niet mee uit de voeten: “wat doen we verkeerd; niets toch? Dit verdienen we toch niet?”.
Ondertussen zitten we met de brokstukken van 2 jaar Wilders, 8 jaar paars en nog veel meer ellende. De burgers van Haren plukten daar de echte wrange vruchten van. In de Bijbel lees ik over (soms) angstwekkende visioenen over hoe het uiteindelijk zal ontsporen. Toen ik afgelopen vrijdag de beelden uit Haren zag en zondagavond keek naar de beelden van ‘Project X‘ dacht ik onvermijdelijk: straks hoeft God geen vinger meer uit te steken, omdat we met z’n allen de wereld zelf wel naar de afgrond helpen. En als je me op die momenten heel diep in m’n hart zou kijken, zou je daar ook een stukje opluchting zien: eindelijk verlossing uit de eeuwige wederkeer van dit wereldse bestaan!