Sociale gerechtigheid loont
Ik las afgelopen week ‘Het land is moe, Verhandeling over onze ontevredenheid’ van Tony Judt. Meestal leg ik zo’n politiek getinte verhandeling op m’n nachtkastje (leuk om te lezen), maar belandt’ie daarna in de loop van de tijd onderop de (grote) stapel van ongelezen boeken. Maar ik kende Tony Judt van zijn ‘Postwar’ (een dikke pil over de geschiedenis van Europa na WOII) en ik was nieuwsgierig naar wat een historicus voor vandaag (NB vanaf zijn sterfbed) had te vertellen. Ik was verrast. Het boek boeide me om meerdere redenen. Het boek pakte me. Het boek kwam vol met ezelsoren die ik vouwde bij voor mij aansprekende stukken tekst. Het boek leerde me veel; over mezelf; over de kerk; over de maatschappij waarin we vandaag leven; en over hoe ik me daarin op zou kunnen stellen.
Al vanaf het begin van het boek boeide me dat Judt een meer dan toevallige correlatie aanwees tussen de kloof van arm en rijk in een land enerzijds en bijvoorbeeld moord, gezondheid (lichamelijk en geestelijk) en sociale mobiliteit in dat zelfde land anderzijds. Om een voorbeeld te geven: daar waar die kloof groter is, worden verhoudingsgewijs meer moorden gepleegd of ligt de levensverwachting lager. Dat trof me, het klonk me bekend in de oren en ik vroeg me af – zoals ik vaker doe als ik wijze woorden lees in seculiere literatuur – of dat misschien ook niet ergens letterlijk in de Bijbel stond. Direct viel me in dat Mattheüs 6 daar wel erg dicht in de buurt komt: “Zoekt eerst het Koninkrijk van God [waar het volgens Romeinen 14 gaat om gerechtigheid, vrede en vreugde] en zijn gerechtigheid en al die andere dingen krijg je er vanzelf bij [omdat je hemelse Vader weet wat je nodig hebt]”. Ik heb er een paar weken geleden op zondag over gepreekt (in het kerkje naast de camping waar we spontaan bij elkaar kwamen) en het was een enerverende en bemoedigende ervaring. Het streven naar rechtvaardigheid loont. Zo staat het in de Bijbel en volgens Judt spreken de cijfers dat niet tegen; integendeel. Ik hou van die knipogen van God die je geweldig kunnen bemoedigen en ik vind het geweldig dat ik die knipogen weer door mag geven aan anderen.
Er was ook nog iets anders wat me persoonlijk trof. Judt beschrijft dat de sociaal-democratie (zijn verhandeling is eigenlijk een pleidooi daarvoor) altijd veel ruimte heeft geboden voor non-conformisme. Hij beschrijft dat mechanisme in het grotere verband van politieke machtsverhoudingen. Ontwikkelingen van na 1989 in Europa (de val van de muur) en Amerika hebben er echter toe geleid dat de ruimte voor non-conformisme verdwenen is. Populisme is ervoor in de plaats gekomen en als kenmerk van populisme noemt Judt onder andere dat er politieke aandacht is voor de grote gemene deler, maar niet voor kleinere minderheidsgroepen in de samenleving. En dat is nou typisch de ervaring die ik in mijn eigen kleine leefomgeving meer dan eens ben tegengekomen. Ik ben zelf denk ik geen extreme non-conformist en toch ervaar ik bijvoorbeeld de kerk als een plek waar een verstikkende deken van conformisme over alles heen wordt gelegd; als we het maar met elkaar eens zijn; als we de boel maar bij elkaar houden. En om die lieve vrede te bewaren, wordt elk afwijkend geluid gesust, genegeerd of tegengesproken. Tenminste: dat was mijn ervaring. En ik vond het zo benauwend dat ik wilde vluchten.
Natuurlijk is het meer dan dat. Kerkje wisselen is geen stuivertje wisselen en zo een-dimensionaal als hierboven beschreven was het natuurlijk niet. Toch was het een aha erlebnis van de bovenste plank om jezelf en je omgeving zo opvallend passend beschreven te zien door iemand die jou helemaal niet kent. Bovenstaande (en nog meer passages) leidde tot heerlijke gesprekken op de camping die dieper gingen dan de kabbelende oppervlakte. En het was goed om te ervaren dat het populisme niet overal in de kerk doorgedrongen is; dat er wel naar je geluisterd wordt; dat je wel open en eerlijk naar anderen kunt luisteren; dat je ruimte ontvangt en kunt geven; en dat het dan ineens helemaal niet meer uitmaakt of je met mensen spreekt uit de Gereformeerde Gemeente of uit een bijna vrijzinnige of evangelische denominatie van de ‘kerken’ in Nederland.
Het boek van Judt is niet af. En juist dat maakt het tot zo’n heerlijk boek. Het zet aan tot het verkennen van nieuwe wegen waar ik me tot nu toe niet zo heel veel mee bezig hield. Het brengt je bijna vanzelf op nieuwe gedachten. Zoekend ontdek je nieuwe dingen die je nog niet eerder had doordacht (en waar je al wel een mening over dacht te hebben gevormd). De grote lijnen van Judt in een politiek spectrum dat ver van mijn bed lijkt, boeiden me en ze brachten me op nieuwe plannen die steeds concreter vorm krijgen; plannen om gerechtigheid te realiseren in mijn kleine eigen omgeving en om me daarbij niet meer te laten hinderen door de conformistische deken die tegenwoordig overal overheen wordt gelegd. Als je – met andere woorden – wilt dat dingen veranderen, zul je bij jezelf moeten beginnen. Die tegeltjeswijsheid heeft Judt voor mij concreter gemaakt dan ik me tot nu toe voor mogelijk durfde te houden.