Dankbaar van top tot teen

Vanuit Bullay richting Barl-Zell am Mosel

Drie jaar geleden zat ik overspannen thuis. Om letterlijk afstand te nemen, reisde ik toen in februari met de trein naar Kröv en verbleef ik een midweek in een huisje 200 meter boven de Moezel. Ik zag mezelf als zwerver; nergens thuis; lees ik nu. De dag voor die ontdekking had ik nog neergekeken op die verstilde wereld. Vanaf die plek keek ik naar een wereld die ik ver-idealiseerde. Het besef was er wel; dat de wereld natuurlijk doorging met al z’n drukte; maar zonder mij en eigenlijk wilde ik dat heel graag zo houden; lees ik nu ook; in retroperspectief.

Een paar weken geleden was ik daar weer; in de buurt van Kröv; in exact het zelfde huisje. Een paar jaar geleden zocht ik nog hartstochtelijk naar een woord van God; en ik geloof nu dat ik die boodschap van destijds ter harte heb genomen. Een zwerver voel ik me ondertussen allang niet meer. Ik heb ander werk gevonden; minder uitdagend, maar beter passend bij hoe ik met werken om wil gaan. Wij hebben in de tussentijd een kerk gevonden waar het na het neergedaalde stof goed toeven is; als een plek waar we elke week thuiskomen. En omdat ik een dag minder werk per week is er ruimte gekomen voor een nieuwe studie die me uitdaagt; waar ik elke week van leer; waar ik weer echt door groei. Er is zoveel meer dat is veranderd; teveel om hier op te noemen. En het is goed; constateerde ik daar op mijn berg in de buurt van Kröv.

Ik nam weer de trein naar Kövenig; via Frankfurt; waar ik een weekend verbleef om Neal Morse van dichterbij te kunnen ontmoeten. Op Facebook schreef ik al dat er vanaf dat eerste moment – toen ik in Utrecht in de ICE naar Frankfurt stapte – van alles tot stilstand kwam; verstilde. In Frankfurt ontmoette ik de profetes aan wie God tijdens een concert van Neal Morse aan het einde van mijn overspannen periode een boodschap openbaarde voor een man in een blauwe jas. Die man in die blauwe jas, dat was ik en God openbaarde haar dat ik de vader waar ik zo hartstochtelijk naar zocht binnenkort zou vinden. In Frankfurt vertelde ik hoe ik zowel mijn vader hier beneden als mijn Vader in de hemel heerlijk heb leren kennen; door verdriet heen; maar toch. En ‘mijn’ profetes bleek er in Frankfurt ook bij te zijn; een extra bemoediging voor ons beiden; een mooie knipoog van God, zou ik zeggen. Een mooi begin ook voor mijn week alleen.

Aangekomen in Kröv keek ik niet meer verstild naar beneden; alsof het boven op die berg in mijn huisje beter was dan daar. Zo schizofreen als het toen bijna voelde, voelde het nu niet meer. De voorbij kruipende Mosel-aken gaven me niet meer het melancholische gevoel van toen. De beelden van beneden waarop ik letterlijk neerkeek waren weer netjes over mijn beelden van boven heen geschoven. Het rusteloze gezoek naar een boodschap van God – geschreven in het water van de Moezel van toen – was tot rust gekomen. En in plaats van me van buiten naar binnen te bewegen – zoals drie jaar geleden – keek ik eerst naar binnen, voelde me dankbaar voor wat ik daar zag en keerde me vervolgens naar buiten; naar God; om m’n dankbaarheid naar Hem uit te spreken. Want zie; het was goed wat ik van binnen zag.

Overigens was het niet alleen van binnen goed. In Frankfurt genoot ik van de tegenstellingen die toch bij elkaar pasten. In Mainz stopte ik onderweg naar Kröv m’n bagage in een kluis, wandelde ik naar de Stephanskirche (met de prachtige diep-blauwe ramen van Marc Chagall; een paar persoonlijke foto’s vind je op https://www.facebook.com/kadmosb/media_set?set=a.10200725067489190.1073741827.1836906822&type=3) en maakte ik een extra rondje door de stad. Het viel me op dat er zoveel meer daklozen in Duitsland op straat zwerven dan in Nederland. Ik kocht – wat ik anders nooit doe – een lekkere wrap voor één van die zwervers en echt: geven is vele malen beter dan te ontvangen! Toen ik m’n spullen had uitgepakt wandelde ik vervolgens naar Kröv en een volgende dag naar Traben-Trarbach. Ik studeerde met uitzicht op de Moezel. Ik had een hele stapel met boeken meegenomen en las wat ik wilde lezen. Ik maakte een veel te lange, maar heerlijke wandeling via Bullay, Zell, Starkenburg en Traben-Trarbach. En aan het einde van de week propte ik m’n bagage onderweg naar huis opnieuw in een kluis; in Düsseldorf; waar ik werd opgesloten in een kerk; waar ik heerlijk at; waar ik verbaasd toekeek hoe man en vrouw met een pijp bier in de hand tussen het winkelend publiek op de Königsallee (‘onze’ Kalverstraat zeg maar) voorbij slenterden; vreemde lui; die Duitsers.

Tijdens de te lange wandeling op donderdag riep ik in de vrije natuur twee keer luidkeels de naam van God aan; Who was and is and is to come (meezingend met Miracle Maker van Delirious?; daarna met Revelation van Kutless). ’s Avonds in het donker zong ik biddend Take It All Away mee van RED en hoop vlamde hoog op. Ik bedacht me nog: God is niet alleen maar een God van toen of van straks. Maar thuisgekomen ontdekte ik dat Kutless dat wel van God maakte: who was and is to come. Daarmee doet Kutless God tekort; geloof ik. Mijn aanbidding was niet bedoeld voor een God van alleen maar toen en van straks. Voor mij was God daar ter plekke op dat moment aanwezig en hoorde Hij mijn lofprijzing.

En toen was het voorbij. Ik kwam weer veilig thuis. Ik ging weer aan het werk. En het kostte me onverwacht veel moeite om me weer in te passen; in het ritme van alledag; van het moeten; van de verwachtingen. Dat had ik me daar bovenop die berg niet bedacht; dat me dat inspanning zou kosten; dat mijn natuurlijke ritme blijkbaar anders tikt dan het elke dag opnieuw, week na week, jaar na jaar moet tikken. Wennen aan verstilling kostte me weinig moeite, maar het wennen aan het ritme van elke dag maakte me bijna letterlijk ziek; anders dan overspannen; maar toch. En nu, veertien dagen na terugkomst, begint dat stof neer te dalen en begint het weer gewoon te voelen; begint het weer te kloppen. Eigenlijk was dat de enige tegenvaller van deze vakantie; die ik niet had ingecalculeerd.

En natuurlijk roept dat vragen op; die ik nu nog niet onder ogen durf te zien. Een mens kan en hoeft ook niet alles tegelijk; hou ik mezelf maar voor. En zo is het.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.