Met Annah naar de film en terugkijken naar m’n eigen opvoeding
Afgelopen voorjaar reisde ik met de trein door Duitsland en kwam op een station de trailer voor ‘Kreuzweg‘ van Dietrich Brüggemann voorbij. M’n interesse was gewekt, maar thuisgekomen vond ik op het internet niets dan Duitse pagina’s over deze film terug op het internet. Jammer, dacht ik. Maar vorige week duikelde bij de zoektocht naar een andere film (‘Paradijsbestormers‘ van Floor van der Meulen) ineens weer ‘Kreuzweg‘ op; draaiend bij Filmhuis Lumen. Ik was er al jaren niet meer geweest; in de bioscoop, maar vorige week zat ik er dus ineens twee keer.
Vanwaar die interesse? Omdat het in de film over een kerkelijk milieu leek te gaan dat ik vaag herkende van vroeger thuis. Eigenlijk kon dat niet, want in deze film figureerde een jonge pastoor en katholiek… Dat noemden ‘wij’ vroeger natuurlijk niet christelijk; laat staan: vergelijkbaar met ons eigen milieu. En toch…
Ik ging er dus heen met Annah; mijn dochter van 14. Die had daar wel zin in; een avondje naar de bios met mij. En wat we daar zagen gebeuren, dat was tenenkrommend en verleidde me in eerste instantie zomaar om in een wat-doe-ik-het-toch-goed-met-de-opvoeding-van-m’n-kinderen te vervallen; zeker toen Annah dat nog eens fluisterend bevestigde tijdens de film: “ik ben blij dat ik niet zo’n moeder heb, zeg”. En het was ook vreselijk wat je daar op het doek zag gebeuren: de ouderliefde verpakt in liefdeloosheid spatte van het doek.
Laat ik een voorbeeld geven uit de film. Maria belandt in de aanloop naar haar vormsel in de biechtstoel en meldt daar dat zij heeft gelogen tegen haar moeder. Helemaal niet erg, reageert de pastoor aan de andere kant van het half doorzichtige vlechtwerkje van de stoel. Drie maal een rozenkransgebed en de biecht van het leugentje bij je moeder; dat zal genoeg zijn. En wat doet Maria? Die doet wat de pastoor zegt en aan tafel belijdt ze haar leugen aan haar moeder; waar het hele gezin bij is. En wat doet moeder? Die verandert van de baas in het gezin in een vrouw met wie je liever niet te maken wilt krijgen. Op steeds hogere toon zegt ze eerst tegen haar man: “Zie je wel. Ik heb het wel gezegd. Maria liegt tegen ons”. En vervolgens richt ze zich tot Maria en eindigt ze haar tirade met: “Je hebt gebiecht. Zie je wel dat het niets geholpen heeft”. En de vader kijkt toe. Hij zegt niets. Hij reageert niet. Hij bemoeit zich sporadisch met de opvoeding en hoe harder zijn vrouw schreeuwt, hoe minder hij zegt. ‘k Weet niet of dat typisch is voor een zwaar religieuze setting (vrouw met de broek aan, man die zich onttrekt aan zijn verantwoordelijkheid), maar opvallend vind ik het wel; dat ik ook hierin heel veel herken.
Zo extreem als het hier in beeld is gebracht was het bij mij thuis natuurlijk niet, maar ik herkende veel wel. Vanuit het geloof werd de antithese gevolgd. De grote boze buitenwereld werd extreem uitvergroot. Daar moest je jezelf verre van houden. Muziek was van de duivel en omdat ik niet naar een reformatorische middelbare school hoefde was het een hele schok om op die gewone christelijke school voor het eerst in m’n leven mensen tegen te komen die niet in God geloofden. Wat? Bestond dat echt? Ja, het bestond echt en in die zin verbaasde me niets in deze film.
Maar de volgende dag op de fiets dacht ik er nog eens over na. Ik had tijd genoeg onderweg naar Putten. Doe ik het eigenlijk wel heel anders dan mijn ouders, toen ze mij opvoedden? Doe ik het beter dan hen? De antithese heb ik wel zo’n beetje losgelaten, maar dat verdraaien van woorden om toch gelijk te krijgen bij m’n kinderen (“die biecht heeft geen zin gehad”)… En m’n kinderen in een split-second als last ervaren, omdat alles niet precies gaat zoals ik het wil; en het niet los kunnen laten; minuten lang in dat gevecht gevangen blijven zitten? Ik hoop dat het verschil tussen de moeder van Maria en mij is dat ik er minutenlang in gevangen blijf en zij Maria’s hele leven lang. De gevolgen van het handelen van de moeder van Maria zijn er overigens niet minder om. De 14 staties op de lijdensweg (Kreuzweg) van Jezus zijn overdrachtelijk van toepassing op Maria en ik zou de consequenties daarvan niet graag voor m’n rekening willen nemen. Ik hoop dat ik een betere vader ben die z’n kinderen toont hoe je liefde geeft. Ik hoop dat m’n kinderen dat nu al vaak ondervinden en niet teleurgesteld raken in mij als hun vader. Maar wat weet ik er meer van dan m’n ouders toen? Niets toch? Achteraf zal ik het – als God het geeft – met eigen ogen kunnen zien; als ik tenminste terug durf te kijken. Ik hoop dat ik sorry durf te zeggen; durf te zeggen dat het me vreselijk spijt; als ik het fout heb gedaan.
Die 14 staties van de ‘Kreuzweg‘ werken overigens vanaf de eerste tot de laatste scene beklemmend. Je voelt dat ze leiden tot een ontknoping die je niet mee wilt maken; en die toch onvermijdelijk volgt. ‘Kreuzweg‘ is een mooie film; het bekijken meer dan waard. Elke vorm van special effect is gemeden en je hebt het gevoel dat je er zelf bij bent; op catechese; in de biechtstoel; in de auto onderweg; aan tafel; overal. Je kunt je klok letterlijk gelijk zetten met de klok in de catechesekamer die net zo snel mee tikt als de jouwe. Met deze film brengt Brüggemann veel beter dan Franca Treur met haar ‘Dorsvloer vol confetti‘ in beeld wat het betekent om in een zwaar gereformeerd (of blijkbaar katholiek) milieu te worden opgevoed. Want een zwaar gereformeerde (of katholieke) opvoeding kabbelt niet. Die laat sporen na.