Over schuld, slachtofferschap en boete, maar ook over verantwoordelijkheid
Ooit las ik het boek ‘Kalme chaos’ van Sandro Veronesi. Afgezien van de pornografische scenes herinner ik me van dat boek veel mooie dingen. Uiteraard las ik het boek niet in de originele taal (ik zou het niet kunnen), maar de Nederlandse vertaling was sterk en meeslepend. Het gaat over een vader, succesvol workaholic en weduwnaar, die van de ene op de andere dag besluit zijn kantoor te houden in de dienstauto met chauffeur en die auto te parkeren voor de deuren van de school van zijn zoon. Eigenlijk gebeurt er niets, maar alleen die keuze al…
Met dat boek in gedachten hoefde ik niet lang te twijfelen toen ik ‘In de ban van mijn vader’ van dezelfde schrijver bij De Slegte in de kast zag staan: kopen dus! En van dat besluit heb ik nog steeds geen spijt, want dit boek vind ik – deze keer zonder pornografie – nog mooier en intenser dan het eerdere boek.
De verschillende verhaallijnen waarin Gianni Orzan (actief) betrokken is zijn stuk voor stuk goed uitgewerkt. Veronesi weet daarmee in korte tijd een mens van vlees en bloed neer te zetten wiens ervaringen zo herkenbaar zijn dat je daardoor voor je het weet nog dingen over jezelf leert die je nooit had vermoed. Het boek barst uit zijn voegen van de taaljuweeltjes die je nog dieper door laten dringen in een Italiaan die verrassend veel blijkt te lijken op wie jij bent. En dat vind ik razend knap. Ik zou dat ook willen kunnen.
Verraad, angst en schuld; het zijn de thema’s die mijn bestaan – en dat van Gianni – kleur geven en mijn leven in beweging houden. Verraad en angst leven voelbaar onder de waterlijn en komen af en toe heel even bovendrijven in het verhaal. Schuld – en daardoor boete – komt op een heel andere manier samengebald in één intense gebeurtenis boven tafel. De haastige en verwarde schrijfstijl van deze bladzijden doet denken aan het verhaal ‘de eenzaamste 20 minuten van een mensenleven’ in het boek ‘Schervengericht’ van A.F.Th. van der Heijden; net zo sterk en intens; met dezelfde impact. Met name het moment dat Gianni ontdekt dat hij niet het slachtoffer van een ongeluk is, maar dat het zijn eigen schuld is… Dat is niet alleen een kwestie van ‘zo had ik het niet op kunnen schrijven’. Nee, met terugwerkende kracht ontdekte ik dat ‘het dus zo werkte toen ik…’. Onvoorstelbaar; dat een schrijver zonder mij te kennen zo diep ook in mijn psyche door kan dringen.
Maar er zijn meer van die juweeltjes. Zo stapt Gianni in de auto van een vreemde, terwijl hij met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid vermoedt dat die stap fataal af zal lopen. En wat doet hij? Hij doet niets ‘… en wacht roerloos op de komst van het onherstelbare, in de absurde hoop dat het, als het komt, níet onherstelbaar blijkt te zijn’.
Dat onherstelbare heeft overigens al plaats gevonden; maanden geleden; toen zijn vader overleed. En nu pas ontdekt hij dat hij ‘niet wil dat hij dood is, voilà, het is eruit, en ik lijd, ik lijd, ik lijd eraan dat hij wel dood is… Ik heb zin om dronken van hem naar huis te gaan en in slaap te vallen terwijl ik denk aan hem, en om van hem te dromen’. Zo moet dat dus gaan; als je vader er niet meer is; en je machteloos toe moet geven dat het niet anders is dan dat; en als je niets meer terug kunt draaien…
En tenslotte: ‘Ik was zó gelukkig dat ik me heel goed herinner dat ik op een van die ochtenden plotseling overvallen werd door een hele simpele, smartelijke gedachte, destructief als een stortbui op een rozenperk: op een dag zal het niet meer zo zijn’. Maar als die stortbui dan komt – onherstelbaar destructief – blijkt dat niet alleen schuld en boete, angst en verraad zijn leven bepalen en dreigen te vernietigen, maar dat verantwoordelijkheid – en het nemen daarvan – hem helpen om niet het slachtoffer te worden – waar hij nu dan toch echt recht op leek te hebben – maar zijn leven te hernemen op een manier die ik niet had voorzien; toen ik dit prachtige boek las en er intens van genoot. Hoop doet leven!