Verrast door hoop (deel I)

Tom Wright – Verrast door hoop

Ik heb besloten om het boek ‘Verrast door hoop‘ van Tom Wright in etappes te lezen; samen met een aantal geïnteresseerde lezers uit mijn kerk. Ik heb dit boek uitgekozen als leidraad voor een kring over hoop die begint bij het verdriet om verlies en eindigt bij rechtvaardigheid; om ons tussendoor ook af te vragen welke invloed lieden als Friedrich Nietzsche en anderen hebben gehad op de ruimte die wij krijgen en nemen als we hoop bieden of op zoek zijn naar een flintertje hoop in moeilijke tijden. Eerder lazen we al Tonio‘ van A.F.Th. van der Heijden en Lament for a Son‘ van Nicholas Wolterstorff. Nu lezen we naast dit eerste deel van ‘Verrast door hoop‘ nog drie andere boeken:

Later lezen we van Wright nog de overige delen van zijn boek:

In zijn boek wil Tom Wright antwoord geven op twee vragen:

  1. Wat houdt die hoop van een christen nou eigenlijk in?
  2. Wat betekent die hoop voor verandering nu; voor uitredding en nieuwe mogelijkheden in de wereld van vandaag, waarbinnen wij met de poten in de modder staan?

Om helder te maken wat hoop voor hem inhoudt, schopt Wright tegen heilige huisjes en zoekt hij naar Bijbelse framing van dit begrip; terug naar de originele betekenis; weg van wat wij er – ook in de kerk – van hebben gemaakt; met beide benen in de modder van onze werkelijkheid. in deel I van zijn boek schopt Wright vooral tegen de heilige huisjes van de wetenschap; heel specifiek de geschiedeniswetenschap. Want nog sterker dan de tijdgenoten van Paulus ontkennen wetenschappers dat Jezus ooit opgestaan kan zijn. Dat is nog nooit gebeurd; dat kan dus niet waar zijn; is de redenering. Foute boel, zegt Wright; dan gebruik je het pseudo-wetenschappelijke principe van de analogie. Dat snijdt geen hout; wil Wright daarmee zeggen. En inderdaad; wat op het eerste gezicht indrukwekkend lijkt, blijkt bij nader inzien een bewering die zichzelf als vooronderstelling nodig heeft en dus geen (zeggings-)kracht heeft; van nul en generlei waarde is.

Hoop en pasen dus, want de wetenschap heeft nog nooit bewezen dat Jezus niet is opgestaan; zoals ze ook niet bewezen heeft dat Jezus wel is opgestaan. Wright toont hoogstens aan dat het aannemelijk is dat Jezus is opgestaan (er zijn weinig historische gebeurtenissen waar zoveel bewijs voor is verzameld), maar niemand zal zich laten overtuigen door zo’n argument. Maar laten we er eens vanuit gaan dat Jezus inderdaad is opgestaan. In dat geval mogen we bij wijze van spreken zeggen dat de hoop met Pasen in het werkelijke leven is geland. Want in het geval van Jezus betekende de opstanding een nieuw begin. Zijn discipelen waren nog in diepe rouw, toen Hij aan hen verscheen; opgestaan met een nieuw lichaam. Ze waren geschokt. Zoals ze niet hadden verwacht dat hij aan het kruis zou sterven, zo verwachtten ze niet dat Hij uit de doden op zou staan. Toen Hij het daar met hen over had, vond dat geen ingang. Het paste niet in hun wereldbeeld en verontrust hadden ze het als mogelijkheid terzijde geschoven. Dat kan toch niet (overigens: ook zo’n bewering die zichzelf nodig heeft om waar te kunnen zijn; nietszeggend dus)! En toch gebeurde het en Hij verscheen aan hen met een opdracht. Om opnieuw te beginnen en de wereld in te trekken; met de boodschap dat Hij leeft!

En daar begint Wright ook te schoppen tegen de heilige huisjes van het christendom. We zijn zo vertrouwd met lichaam en ziel; een minderwaardig lichaam dat de ziel los zal laten, zodat die op kan stijgen naar een prachtige hemel of af moet dalen in een afgrijselijke hel. Die beelden hebben we grotendeels te danken aan Dante en vele anderen uit zijn tijd. De joodse oorsprong van ziel wijkt daarvan af; is meer persoonlijkheid dan zweverige lichaamsloze (platonische) substantie. Zijn discipelen herkende Jezus, omdat ze zijn lichaam herkenden; omdat Hij zichzelf gedroeg zoals Hij altijd al had gedaan; maar vooral ook omdat Hij zichzelf durfde zijn onder zijn discipelen. Daarom hadden ze Hem gewaardeerd en die ziel van Jezus, zijn persoonlijkheid, herkenden ze in de hoopvolle aandacht die Hij telkens aan hen besteedde; ook na Zijn opstanding.

Ziel en lichaam; hemel en hel; we hebben er een hoop omheen verzonnen. Door al die ballast ter discussie te stellen en overboord te kieperen, ontstaat er ruimte om aarde en hemel – nu en vernieuwd – weer onder de zeggenschap van God te brengen; waar ze thuis hoort. Als Jezus het heeft over het komende Koninkrijk, dan breekt langzaam door dat God zeggenschap op aarde heeft, zoals Hij die ook in de hemel heeft.

Hemel en aarde zijn één en God heerst over hemel én aarde. De platonische aarde is dus niet wat God bedoelde en Jezus ook niet, toen Hij het over Zijn Koninkrijk had. Aarde is niet minder dan hemel. Hemel is ook niet iets voor later. Hemel is Bijbels gezien een verborgen dimensie van het bestaan.

Dat alles samenvattend, kom ik tot een paar korte stellingen:

  1. Hoewel verdriet een werkwoord is en nooit meer lijkt te stoppen, breekt met Pasen de hoop door dat het ooit anders zal zijn; ook voor ons.
  2. Wetenschap heeft nooit aangetoond dat Pasen onzin is; behalve als je in de mantra gelooft dat het niet waar kan zijn, omdat het nog nooit is gebeurd.
  3. Er kan een hoop ballast overboord als het over ziel en lichaam gaat; over aarde, hemel en hel.
  4. Er was een leeg graf én Jezus verscheen aan zijn leerlingen.
  5. Hoewel er weinig gebeurtenissen zijn die zo sterk worden ondersteund door wetenschappelijk verantwoord bewijs, overtuigt dat niemand. Wat overtuigt iemand dan wel van wat is gebeurd; van de impact die dat kan hebben op vandaag?

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.